In die richting wijzen ook de twee navolgende, nog
goed te ontcijferen teksten:
DE DVVEL MOET SE HALEN DIE ONS OP
GRAVESTE HAELDEN MATHEVS
ROMBOVET. IACOEP LASTER IAN KOES.
IAN LETEMAKER. CAREL DE LATER.
MATHEV LAGVLON. BARBEN COLE.
FRANSOIS NOVE BEN IN GRAVESTE
GEBROECHT OP DEN 15 VAN OCTOBER
EN B.N DER VIT GEKOMEN OP DEN/
6 ST BAA 'YP ALL VAN DVNCKERKE
en als tweede tekst:
MAERTEN RASEN VAN S. OMAS.
IAN HEINS. IAN FAILLAV.
PHILIPPE DOVILLET. PIERRE WANTE.
JACQVE WARET. ANNO 1634 TOVS
SOLDATZ DE GRAVELINGHE
Ongetwijfeld hebben ook officieren op het Zierik-
zeese Gravensteen gevangen gezeten. Onder de
namen prijkt namelijk ook die van de vice-admiraal
der Duinkerkers, Matheus Rombout(s). Van hem en
mogelijk dóór hem is een mannenfiguur ge
sneden, die een verrekijker voor het oog houdt en
een houten been heeft! Zijn naam staat er boven.
De meeste namen dateren uit de jaren 1630 tot
1646, de tijd dat de kapers uitermate actief waren.
Onze luitenant-admiraal Maarten Harpertszoon
Tromp, gesteund door de Zeeuwse vloot onder
vice-admiraal Jan Evertsz. moest geregeld jacht op
hen maken, daar ze alles kaapten wat voor hen
vijandelijk was. Het is jammer, dat bij de eerst
genoemde tekst het jaartal ontbreekt, maar vrij
zeker kan men aannemen, dat de vice-admiraal
Rombout met zijn mannen te Zierikzee gegijzeld
hebben gezeten tussen 1635 en 1638, er van uit
gaande dat met de laatste woorden „en ben der
uit gekomen op den St. BAA 'YP" Sint-Bavo, 1 ok
tober, bedoeld wordt. Uit het journaal van de luite
nant-admiraal Tromp, gehouden aan boord van
's Lands schip „Amelia" in het jaar 16392) blijkt,
De tot nu toe oudste inkerving, 1577
V T
i®sisÉ