dat Matheus Rombout zich even voor de slag bij
Duins, en wel op 29 augustus 1639, nog met zijn
kapersvloot ophield in de Spaanse oorlogshaven
La Coruna. In deze havenplaats verklaarde hij, dat
zijn vloot niet uit kon varen „omdatter zulcken
zieckte was ontstaan erger als de pest, daerom
geen apparentie was vóór Allerheyligen uyt de
Carune te vertrekken hoewel alle schepen claer
lagen." In een gevecht met vice-admiraal De With,
juli 1640, sneuvelde Rombout bij „Hitland", juist
toen hij met twee gekaapte schepen op weg was
naar zijn thuishaven.
Over het algemeen werden de gevangen genomen
Duinkerkers naar de plaats gebracht van waaruit
de kapiteins opereerden. Zo kreeg Vlissingen veel
kapers binnen de veste, evenals Veere en andere
plaatsen. Uit genoemd journaal van Tromp blijkt,
dat zich cp de Zeeuwse vloot ook Zierikzeese kapi
teins bevonden, waarvan twee met name worden
genoemd, te weten Cornelis Mangelaar en Cornelis
Teer, „beyde Zierikzeesche visserijconvoyers". Zeer
waarschijnlijk zijn de kapers, van wie de namen
in het Gravensteen staan, door genoemde kapiteins
opgebracht en in „gijzeling" gezet.
Er dient te worden opgemerkt, dat in de 17e eeuw
vanuit Zierikzee veel vissersvaartuigen voeren. De
Duinkerkers loerden op de vissers niet minder dan
op de koopvaarders. In 1636 klaagde Maassluis,
dat in zes jaar tweehonderd vissersschepen waren
gekaapt, elk ter waarde van vijfduizend gulden.
Hoeveel Zierikzeese schepen door kaperij verloren
gingen, blijft een open vraag. In ieder geval was
het voor de Zeeuwse kapiteins een mooie „vangst"
om de Duinkerker vice-admiraal en zijn manschap
pen te pakken te krijgen en hen te doen gijzelen,
zodat zij als „ruilobject" konden worden ge
bruikt.
Dat inwisselen werd inderdaad nogal eens toe
gepast. H. G. van Grol vermeldt in zijn werk „Het
beheer van het Zeeuwse zeewezen 1577-1587" (uitg.
Vlissingen 1936, pag. 187), dat er op 16 februari
1587 zes Duinkerker gevangenen te Vlissingen wer
den aangebracht door de kapiteins Knooper en
Kele; zij werden ingewisseld tegen „de visschers
ende andere ingesetenen van Vlissingen tot Duyn-
kerke" en elders, bijvoorbeeld Nieuwpoort.
Een maand later werden vier te Vlissingen ge
vangenen, afkomstig van Nieuwpoort uitgewisseld
tegen een stuurman en drie bootsgezellen uit Vlis
singen, te Nieuwpoort gevangen zijnde. Zo ook
wordt goedgevonden om drie te Veere gevangen
zittende Duinkerkers uit te wisselen tegen Pieter
Hubrechts, Michiel Adriaense, Bastiaan Hubrechts
van Vlissingen en Bastiaen Dominicus van Middel
burg. In al deze gevallen zullen echter de ge
vangeniskosten aan de cipier betaald moeten
worden.
Hoeveel Zierikzeese zeelui zouden tegen een figuur
als de Duinkerker vice-admiraal zijn uitgewisseld?
Ziehier een stuk Zierikzeese zeegeschiedenis, ge-
De heer Schot toont zijn ontdekkingen