Specificatie
In de periode van november 1968 t.m. november
1969 zijn uit onze provincie 103 dode dagroof
vogels in vijf soorten en 111 dode uilen in vier
soorten bij mij gemeld.
De specificatie hiervan ziet er thans eind no
vember 1969 als volgt uit:
dagroofvogels
smelleken 3 exemplaren
sperwer 22 exemplaren
buizerd 28 exemplaren
boomvalk 1 exemplaar
torenvalk 47 exemplaren
soort onbekend 2 exemplaren
103 exemplaren
uilen
steenuil 4 exemplaren
velduil 6 exemplaren
kerkuil 44 exemplaren
ransuil 56 exemplaren
soort onbekend 1 exemplaar
111 exemplaren
Ingetekend op de plattegrond van Zeeland zien we
het volgende beeld (zie figuur 1).
De meeste vogels werden gevonden onder de
(slaap)bomen rondom Schuddebeurs, Kapelle, We-
meldinge, het Abbekindersebos te Kloetinge, en de
binnenduinrand langs de kust.
Opgemerkt zij voorts dat ongetwijfeld slechts een
klein gedeelte van het werkelijk aantal gestorven
dieren gevonden zal zijn. Het is immers een zoeken
naar „de speld in de hooiberg!"
Dat er niettemin toch nog 214 exemplaren in min
stens negen soorten geregistreerd konden worden
is voor ingewijden een voldoende indicatie hoe
groot ongeveer de totale sterfte moet zijn ge
weest.
Bovendien kwamen onder verdachte omstandighe
den duizenden andere vogels, zoals waterwild en
zangvogels om het leven. Ook uit vele andere de
len van Nederland werd abnormale sterfte ge
meld, met name j. I. winter.
Vergiftiging
Naar aanleiding van de tussentijdse rapporten die
schrijver dezes meende te moeten sturen naar tal
van wetenschappelijke instituten zoals het Zoölo
gisch Museum te Amsterdam, het I.T.B.O.N. te
Arnhem, de Rijksuniversiteit te Utrecht enz. en na
tuurbeschermingsinstanties als het Staatsbosbeheer,
het R.I.V.O.N. en het Wereldnatuurfonds in Zeist
en verschillende ministeries in Den Haag (ge
middeld gingen er 25 rapporten per drie weken
de deur uit) zijn het afgelopen jaar in de Tweede
Kamer der Staten-Generaal tot driemaal toe door
in totaal twaalf kamerleden van verschillende po
litieke groeperingen vragen aan de ministers van
Landbouw en Visserij en van C.R.M. gesteld.
Dank zij veler medewerking zijn vrij veel dode vo
gels achterhaald en opgezonden voor onderzoek
naar het Instituut voor Veterinaire Farmacologie en
Toxicologie van de R.U. in Utrecht. Uit een nauw
gezet onderzoek door genoemd instituut en het
Reactorcentrum in Leiden is komen vast te staan
dat de meeste vogels talrijke soorten vergif in hun
body hadden, sommige zelfs zeven verschillende!
De fataalste „killers" evenwel bleken enkele ge
chloreerde koolwaterstoffen en een menthyl-kwik-
verbinding te zijn; stoffen die in de landbouw veel
vuldig gebruikt mochten worden voor zaaizaad
ontsmetting. Ze zijn zeer persistent en van een
hoge giftigheid.
Zo'n vergiftiging van dieren gaat als volgt in zijn
werk: van de uitgestrooide zaden die enige tijd op
of even onder het aardoppervlak blijven liggen
alvorens te kiemen, eten duiven, mussen e.d. ge
vogelte en ook muizen en ratten, welke verlamd of
gedood door een tè grote portie gif op hun beurt
weer worden geconsumeerd door de roofvogels en
uilen, met alle gevolgen van dien voor deze juist
voor de landbouw zo uiterst nuttige vogelsoorten.
Het vergif wordt in de vetklieren „opgestapeld" en
hoeft niet acuut dodelijk te zijn. Maanden later
kunnen zij toch nog omkomen. Zelfs z.g. „verkeers
slachtoffers" zaten vol vergif. Mocht U in de toe
komst dode vogels vinden dan is het nieuwe meld-
adres: Zoöl. Museum, Plantage Middenlaan 53,
Amsterdam (C.). Portokosten worden vergoed.
Gaarne ook de politie inlichten! Tussen haakjes:
ook bij gifacties tegen ratten en muizen kan bij
nonchalante toepassing een voor vogels gevaarlijke
situatie ontstaan.
Verboden
Mede gelet op de volksgezondheid mogen we met
voldoening melding maken van het feit dat de
minister van L. en V. op voordracht van de Werk
groep Vogels en Zoogdieren van de TNO-commis-
sie Nevenwerking Bestrijdingsmiddelen heeft beslo
ten dat de gech. koolwaterstoffen Aldrin, Dieldrin
en Heptachloor alsmede menthylkwik te verbieden.
Een uitzondering werd gemaakt voor de behande
ling van zaaizaad dat bestemd is voor vermeerde
ringsdoeleinden, ten einde te kunnen voldoen aan
de nationale en internationale gehanteerde strenge
keuringsnormen met betrekking tot bepaalde schim
melziekten, zoals stuifbrand en steenbrand. Volgens
deskundigen betreft het hier slechts vijf procent van
het totale met granen geteelde areaal in Neder
land. Hopelijk komt er door deze vérgaande maat-
fig. 1.
Aantallen dood gevonden dagroofvogels en uilen per Zeeuwse
streek, over de periode van nov. 1968 t.m. nov. 1969
In totaal 214 exemplaren in minstens negen soorten