Buizerd
Ransuil
Sperwer (foto's: J. C. Wedts de Swart)
regelen een einde aan de massale vogelsterfte in
ons land, die al vele, vele jaren gaande was maar
bij toeval juist het afgelopen jaar, deels door
klimatologische omstandigheden deels door andere
inzaaimethoden waardoor de zaden langer boven
op de aarde blijven liggen, zo naar voren trad.
Bijna uitgestorven in Zeeland
Dat er behalve doortrekkende vogels ook „eigen"
broedvogels omgekomen zijn, moge blijken rit het
feit dat de broedgevallen die jl. voorjaar en zomer
van alle soorten roofvogels en uilen bij elkaar be
kend geworden zijn, op de vingers van twee
handen te tellen zijn! Een onrustbarende achteruit
gang. Waar is de tijd gebleven dat bijvoorbeeld
alleen al de torenvalk zeer algemeen broedde en
in z'n jachtgebied dag na dag stond te „bidden"
boven de wei- en bouwlanden op zoek naar knaag
dieren. En hoe kort is het nog maar geleden dat
iedere landbouwschuur zijn eigen „ulen"paar had?
Toch is het, nu de „doders" zijn verboden, hopelijk
nog nèt niet te laat en kunnen deze bijzonder
mooie vogels zich herstellen. Een „ulengat" in de
schuur is gauw gemaakt, óf zover het aanwezig is
doch dichtgetimmerd, weer opengebroken. Een
kistje met turfmolm op een balk is voldoende voor
een trouwlustig paartie. Zo ook voor de torenvalk
die een dergelijke kist graag in een boom ziet
hangen. Uit proeven is gebleken dat bv. bierkistjes
zich hiervoor uitstekend lenen. Op de „bodem"
ook hier wat droge turfmolm vermengd met kort
geknipt hooi of stro in een circa 10 cm dikke laag
strooien. In de winter ophangen blijkt de beste tijd
te zijn om deze muizenvangers te lokken (uiteraard
fungeert één van de zijwanden als bodem; een
plank aan de vóórzijde van ca. 15 cm breedte zorgt
ervoor dat de inhoud van de nestkast er niet kan
uitvallen).
Ook bij het publiek is een kentering te bespeuren:
jagers zien roofvogels en uilen niet langer als
„krengen" die gedood moeten worden doch meer
en meer als vrienden die schadelijke en/of zieke
dieren wegvangen. Radio- en tv-rubrieken zorgen
voor goede voorlichting, en veelzeggend is het
mijns inziens vooral dat de eerste felicitatie die ik
mocht ontvangen zodra via de persmedia bekend
werd dat de vergiften verboden werden uit land
bouwerskringen kwam
Middelburg, december 1969
Literatuur:
Drs. J. H Koeman c.s.: ,,On the causes of the mortality in
predatory birds in the Netherlands in the winter of 1968/1969".
In „Ardea" (in druk).
J. C. Wedts de Swart: „Addenda" behorend bij bovenvermeld
artikel eveneens in „Ardea" (in druk).
J. C. Wedts de Swart: „Massale vogelsterfte". „De Levende
Natuur", 72e jrg., no. 7/8, 1969.
182