de tuin kon werken. Ook richtte hij nog het Cen traal Bureau voor Genealogie in Den Haag mede op en werd eerste voorzitter. Op 30 januari 1951 overleed hij aan een hartaanval. Zijn plan om een boek te schrijven over zijn havenstrijd en zijn visie voor de toekomst van Vlissingen heeft hij helaas niet meer verwezenlijkt. Benoeming tot burgemeester Laten we nog even 50 jaar teruggaan. Het wekte enige sensatie, toen vlak na 1918 kapi tein (als burgemeester nog tot majoor b.d. be noemd) Van Woelderen als volledige outsider tot opvolger van burgemeester Van Doorn werd be noemd. Het burgemeesterschap van de havenstad Vlissingen was in die tijd een hooggeplaatst en veel gezocht ambt. Tweeënvijftig kandidaten don gen mee, waarvan de meesten goede „kruiwagens" hadden. Vlissingen was door de eerste wereldoorlog en het geteisterde Belgische achterland gepaard aan de weinig visionaire gezapigheid van het regerend college van burgemeester en wethouders welis waar in 1919 een vrijwel dode stad met hetzelfde gevaar als in 1945, dat de Mij. Zeeland zou ver dwijnen, de Marine verplaatst evenals de Mij. De Schelde, het was toch een plaats met een histo rische naam en met een grote internationale be kendheid. Realiseren wij Vlissingers van 1969 ons dat eigenlijk wel genoeg? Hoe vaak kom ik niet oudere Britten (maar ook Denen en Duitsers) tegen, die Flushing kennen naast Den Haag en Amster dam In ieder geval waren in 1919 de bookmakers nog niet zo lang geleden uit Vlissingen vertrokken, het had zijn dagelijkse verbinding met Harwich, het was het eindpunt van de internationale treinen, de Belgische loodsen kwamen terug, en het grote attractiepunt, naast de wisselende bevolking van de Marine, werd de officiële toezegging van de regering in 1919 voor een grote havenuitbreiding. (Helaas zou die belofte officieel pas in 1931 maar in de praktische uitvoering nóg later vervuld wor den na de bekende jarenlange havenstrijd door mijn vader gevoerd). Een vijftigtal kandidaten waren er dus, merendeels met grote kansen, titels en papieren. Van Woel deren, 41 jaar, een ongetrouwde kapitein, die zijn sporen juist in Den Haag had verdiend en bekend stond als een intelligent kaartspeler, zag het leven vaak als een spel van het universum, waarin ieder mens zo goed mogelijk moest meespelen. Meerdere malen in zijn leven werd hij omgesmolten tot mede speler in een radicaal ander maatschappelijk spel dan het vorige. Zo ook in de zomer van 1919. Een vriend aan de borreltafel in De Witte (Den Haag) zei, zo ging het verhaal althans, „Hé Van Woelderen, ben jij niet van Vlissingen?". „Ja zeker" (Zijn ouders waren overigens al achttien jaar uit Zeeland weg). „Dan kun je burgemeester worden!" „Ha", zei Van Woelderen, „dat zou een mooie grap zijn, dat doe ik!" Er werd gelachen en gespeeld. De volgende dag solliciteerde de kapi tein voor de grap, zonder Zeeuwse kruiwagens, zonder titels. Niemand was verbaasder dan hij, toen buiten de voordracht van de Commissaris van de Koningin om Hare Majesteit zelf hem benoemd had. Hij bleek de hoogste voorspraak te hebben! e**(. 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1969 | | pagina 9