Mededelingen van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen
tuut, die erenaam mag het toch nog wel gegeven
worden, per 1 maart 1969 heeft opgehouden te
bestaan. De verschillende taken zijn overgenomen
door domeinen, de rijkspolitie te water en voor wat
betreft het ministerie van landbouw en visserij door
de Algemene Inspectie Dienst en de inspecteur der
visserijen in algemene dienst, ressorterende onder
de directie van de visserijen. Voorwaar geen gerin
ge decentralisatie. Het in het bestuur der visserijen
vertegenwoordigde bedrijfsleven zal nu op andere
wijze moeten zien betrokken te worden bij de
gedachtenvorming over de Zeeuwse gang van
zaken. Het door het bestuur der visserijen behar
tigde bacteriologische onderzoek betreffende de
schelpdierkweek- en bewaarplaatsen in Zeeland,
dat te Bergen op Zoom gevestigd is, werd reeds
eerder toebedeeld aan het rijksinstituut voor vis-
serijonderzoek. Na 1 mei 1969 werd dit het enige
neven-laboratorium van het visserijonderzoek in het
zuiden. De afdeling schelpdierencultuur heeft na
melijk op die datum Wemeldinge verlaten en een
onderkomen gevonden in een nieuw laboratorium
annex mosselproefstation voor de experimentele
kunstmatige verwatering van mosselen op het
eiland Texel. De verschillende afdelingen van het
rijksinstituut voor visserijonderzoek blijven echter
vanwege diverse studieprojecten in de Zeeuwse
wateren geïnteresseerd.
In de historische publikatie van 6 jaar geleden
werd aan het eind naar voren gebracht, dat de
liquidatie van de binnen-zeevisserij pas was be
gonnen en dat zonder meer weerstand dan uit de
visserij zelve deze liquidatie haast ongemerkt voort
zou gaan, met nu eens een slachtoffer hier en dan
weer daar, tot alles historie zou zijn. Na het
Oösterscheldecongres en latere publikaties is hier
slechts aan toe te voegen, dat ook de kustvisserij
om de zuid dezelfde kant op zal gaan indien het
thans in uitvoering zijnde Deltaplan niet wordt ge
wijzigd. Enfin, er zijn onlangs uit verschillende
hoeken weer alternatieve geluiden te beluisteren
geweest, die meer omvatten dan het visserij-aspect
en goed passen bij de langzamerhand toch ingang
vindende overtuiging, dat herbeschouwing van de
toekomst van het Oosterscheldegebied een rede
lijke zaak is. Dit te meer daar de veiligheid, het
inmiddels enige reëel blijkende knelpunt, door het
gebruik van nieuwe materialen en methodieken
ook anders dan door radicale afsluiting gewaar
borgd blijkt te kunnen worden, ook al zal men in
Zeeland aan deze gedachte nog wat moeten
wennen.
Literatuur
Basenau-Goemans, N. en Rutgers van der Loeff-Basenau, A:
Het oude huis en wij. Ie druk 1941, 7e druk 1961. Uitg. Ploegs-
ma - Amsterdam. 147 pag.
Bestuur der Visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche Stroo
men: Jaarverslagen omtrent den toestand der Visscherijen 1869
tot en met 1888. Rijksarchief Middelburg. Ontbrekend: 1873
t/m 1875, 1877 en 1886.
Boddeke, R.Sportvisserij als massarecreatie. De Waterkam
pioen, no. 1175, 25 mei 1966. Pag. 550-551.
Bont, M. J. de: Verhandeling over de kunstmatige oester
cultuur. Tijdschrift Nederl. Mij. ter bevordering van Nijverheid,
3e reeks, deel XV, 1874. Pag. 65-78.
Dorst, J. D.: Grepen uit de geschiedenis van het Bestuur der
Visserijen op de Zeeuwse Stromen. Zeeuws Tijdschrift, 11e
Jrg., no. 4, 1961. Pag. 139-147.
Drinkwaard, A. C.De Oosterschelde, staalkaart van de vis
serij. De Waterkampioen, no. 1090 en 1091, 18-12-1962 en
8-1-1963. Pag. 2034-2035 en 52-54.
Drinkwaard, A. C.Enige notities betreffende de historie van
de visserij in Zeeland. Vaart, 3e Jrg., 1963. Pag. 16-19, 98-101
en 362-369.
Drinkwaard, A. C.Beschouwing over de Zeeuwse visserij in
de geboorteperiode van het Nederlandse visserijonderzoek, I,
II en III. Zeeuws Tijdschrift, 16e Jrg., no. 4, 1966, 17e Jrg.,
no. 1 en 2, 1967.
Fokker, A. J. F.: Rapport over de werkzaamheden verbonden
aan de betrekking van Hoofdopziener der Visscherijen met
voorstel tot reorganisatie. 23 juni 1900. No. 5154.
Hoek, P. P. C. e.a.: Rapport sur les recherches concernant
l'huitre et l'ostréiculture. 1883-1884. Uitg. E. J. Brill - Leiden.
693 pag.
Korringa, P.: De lotgevallen van de Zeeuwse oestercultuur.
Economische Voorlichting, no. 27, 3 juli 1942. 8 pag.
Pompe van Meerdervoort, J. W. J.: Reglement op de Be-
vissching der Schelde en Zeeuwsche Stroomen. Proefschrift
R.U. Leiden. 1891.
De Werkgroep Historie en Archeologie
Onder de titel: „De vliedbergen in het kust
gebied van Vlaanderen, Zeeland en Zuid-Hol
land" is thans een tweede, gewijzigde en uitge
breide uitgave verschenen van het Working
paper, dat in 1968 'het licht zag als voorbereiding
voor heit Vliedbergen-symposion.
Doublures en overlappingen, die in de eerste
uitgave nog al eens voorkwamen zijn in deze
tweede druk zoveel mogelijk vermeden. De uit
gave is verrijkt met een samenvatting van het
geen er tijdens het symposion door de ver
schillende sprekers naar voren is gebracht. Ver
der is een lijst van deelnemers aan het sym
posion opgenomen, terwijl de reeds indrukwek
kende bibliografie van het oorspronkelijke paper
nog met enkele werken werd aangevuld.
Dit boekwerk, waarvan de technische uitvoering
keurig werd verzorgd door de Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amers
foort, is verkrijgbaar voor de prijs van 5,75,
verzend- en verpakkingskosten inbegrepen. Be
stellingen door storting: of overschrijving van
dit beidralg op de rekening van die penning
meester van de Werkgroep: Historie en Archeo
logie, de heer B. OELE, bij de Amro-bank te
Middelburg. Het poatgironummer van de bank
is 97721. Wilt u bij uw bestelling duidelijk naam
en adres vermelden en het woord „Vliedber
gen"?
19