m Zeeuws Tijdschrift
Archeologisch nieuws uit Zeeland
over de jaren 1968/1969
NUMMER 1 20e JAARGANG 1970
J. A. Trimpe Burger
Er is vorig jaar in het Zeeuws Tijdschrift geen ar
cheologisch jaaroverzicht 1968 verschenen zoals
voorheen over de jaren 1966 en 1967. Dit betekent
nu niet direct een hiaat in de archeologische ge
schiedschrijving, maar het is toch wel plezierig
ergens regelmatig een overzicht te kunnen vinden
over de oudheidkundige activiteiten in een bepaald
jaar in onze provincie. Nu, 1968 en 1969 waren
van die jaren, waarin alles tegelijk pleegt te
komen: een omvangrijke noodopgraving in Oost-
Souburg; het onderzoek van de stortplaats van een
14de-eeuwse pottenbakkersoven te Aardenburg; de
inrichting van een archeologische afdeling op de
tentoonstelling „125 jaar Z.L.M." te Wilhelmina-
dorp; de inrichting van het nieuwe gemeentelijke
museum te Aardenburg; het nagaan van een hele
reeks vondstmeldingen; de inventarisatie van de
archeologische vindplaatsen en monumenten in
Zeeland in het kader van de Monumentenwetn);
het nummeren, restaureren, tekenen en beschrijven
van talloze vondsten als basis voor een provinciaal
„bodemarchief", voor het museumarchief, maar
vooral ook als onderdeel van de landelijke docu
mentatie van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig
Bodemonderzoek te Amersfoort; de bezoeken
van binnen- en buitenlandse studenten en collega's
die bepaalde voorwerpen willen bestuderen en
voor wie de duizenden opgravingsvondsten (met
vondstomstandigheden) zodanig gerubriceerd en
opgeborgen moeten zijn, dat al het gewenste in de
kortst mogelijke tijd terug is te vinden; en dan nog
een heleboel van die kleinere zaken, zoals ver
gaderingen, lezingen en congressen die je vanwege
de vaak „nuttige contacten" niet kunt missen. Kort
om het ontbreekt je wel eens aan tijd om publicis
tisch werk te doen. Het Zeeuws Tijdschrift is er
aldus in 1968, wat de archeologie betreft, bij in
geschoten. Graag wil ik trachten de schade in te
halen en geef hierbij dan het belangrijkste archeo
logische nieuws uit Zeeland over de afgelopen
twee jaren.
Allereerst dan Oost-Souburg. De R.O.B. begon daar
op 17 maart 1969 aan een uitvoerig onderzoek van
de uit het laatst van de 9de of 10de eeuw daterende
volks- of vluchtburcht die in het centrum van dit
dorp is gelegen. Het omstreeks vier hectare grote,
archeologisch zo belangrijke monument, dat door
zijn omvang en ronde vorm, vooral vanuit de lucht
gezien (figuur 1), zeer karakteristiek is, zal door de
bouw van een winkelcentrum gedoemd zijn te
verdwijnen. Voordat het zover is, wordt het terrein
geheel opgegraven, indien althans de financiële
middelen en de te krappe personeelsbezetting bij
de R.O.B. dit toelaten. Het is in Nederland, wellicht
Fig. 1. Oost-Souburg; luchtfoto (Slagboom en Peeters, mil.
registr. nr. 30763-81) van het terrein waar zich de 9de/10de-
eeuwse burcht heeft bevonden. De plaats heeft haar naam
ontleend aan Zuidburg.