Zeeuws prentenboek Mislukte maanlanding L. W. de Bree M. P. de Bruin Aan weerszij van de Kreekrakdam We zijn onderweg naar de directiekeet van het Bouwbureau Schelde-Rijnverbinding, aan het uiter ste einde van een barre vlakte benoorden de Kreekrakdam, aan het uiterste eind van het jaar. Het werk ligt stil, de bouwvakkers zitten thuis achter de kachel of helpen hun vrouwen met het beslag voor de oliebollen. Over het naakte schor waait de vrieswind. Ver steven poelen, mager spartinagras, verdorde lams oor. Granietharde kleihopen op een grillig ge barsten bodem. Een zandsilo op z'n kop, vier strakke poten in de lucht: mislukte maanlanding. Uit de ruigte komen we op een geciviliseerd plateau met parkeervakken onder een hoge lichtmast. De auto uit (afsluiten is hier volstrekt overbodig), drie treetjes op en langs een pad van betontegels naar de geborgenheid van de keet. Je stapt er met de deur in huis, 't is te zeggen: in een ruime hal, 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 28