Zou!" en zoet
bakken van zeventig meter worden opgeduwd in
plaats van getrokken. Weg sleepje! „De toekomst
is aan de duwvaart", verzekeren de heren.
Nog even komt het noordelijke het beneden-
pand ter sprake.
„Over zijn hele loop door het Zeeuwse meer zal
het aan de westzijde beschermd worden door een
ijskerende dam, die terwille van de vaart op
Bergen op Zoom evenwel onderbroken wordt
De aanwijsstok fixeert een punt ter hoogte van de
Speelmansplaten.
Het haventje van Woensdrecht
Langs de oevers van de Eendracht tenslotte zal
de rijkswaterstaat enkele dijkstukken inkorten, om
ruim baan te maken voor de duwvaart, die immers
de toekomst heeft.
„Waar blijft het zoute water dat via de geperfo
reerde bodem wordt afgevoerd?" wil De Bruin
weten.
„Zoals ik u zei: het wordt in een bekken vergaard,
een kom van zestien hectaren oppervlakte onge
veer. En vandaar pompen we het op het boven-
pand terug."
De spoordam die midden-Zeeland nu al langer
dan een eeuw met het Brabantse verbindt, door
sneed destijds een slikkenland dat bij elke vloed
nog onder water stond. Geleidelijk groeide de aan
was, van het hoge land naar het westen. In 1884
werd de Damespolder bedijkt, in 1897 de Anna-
Mariapolder; daarop volgde de Völckerpolder
(1904) en, ten noorden van de dam, de Hoger-
waardpolder (1912). Het laatst werd de eigenlijke
Kreekrak bedijkt; het was inmiddels 1923 geworden.
Elfhonderd hectaren waren toen, bij stukje en
beetje, aan de Nederlandse bodem toegevoegd.
Het overgrote deel van die gronden werd Zeeuws
territoir, je zou het Zélande d'outre nner kunnen
noemen. Maar nee, de tijd van kolonisatie is voor
bij.