Gerhardus Nicolaas De Stoppelaar (1825-1899) heeft in het culturele leven, dat zich gedurende de tweede helft van de vorige eeuw in Middelburg afspeelde, zo'n belangrijke plaats ingenomen, dat hij in dit verband even de aandacht verdient. Na zich als advocaat in Middelburg te hebben ge vestigd (hij kreeg daarnaast tevens de leiding van zijn vader's wijnhandel, na diens overlijden) werd hij in 1852 griffier ter secretarie en in 1856 ge meentesecretaris, wat hij bleef tot 1884. In deze functie kon hij zijn grote belangstelling voor de plaatselijke geschiedenis ten volle bevredigen. Nog beter kwam die tot zijn recht tijdens zijn conser vatorschap van de „Oudheidskamer op het Raad huis", waarvoor hij zich zeer verdienstelijk maakte. Hij aarzelde niet ten bate van de wetenschap zijn eigen vermogen aan te spreken en kocht voor het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in 1888 het gebouw in de Wagenaarstraat om het als museum in te richten. Doch hij diende de muzen nog meer. „Het aankweeken van al wat edel was en van al wat den schoonheidszin kon bevorderen, de veredeling van Middelburg's ingezetenen, en verheffing van Middelburg's naam in den vreemde, ziet, dat was de gouden draad, die door zijn leven was gevlochten" schreef dr. J. C. De Man over hem in zijn „Levensbericht"4). Als deken der Confrérie van Sint Sebastiaan had hij een zeer belangrijk aandeel in het organiseren van concerten in de tuin van het Schuttershof en als voorzitter der ver eniging „Uit het Volk-Voor het Volk" deed hij veel voor de totstandkoming van muziekuitvoeringen, volksvoordrachten en tentoonstellingen. De tuin van de Schuttersdoelen van Sint Sebastiaan werd eertijds gebruikt voor het boogschieten, doch in De Stoppelaar's tijd was dit in onbruik geraakt. Op dit terrein nu, besloot de deken een „Tempel voor Pictura"5) te doen bouwen. Geheel uit eigen middelen (niet zonder reden noemde De Man hem „Middelburg's Maecenas") stelde hij het bedrag, dat hiervoor nodig was, beschikbaar. Met dit royale gebaar bracht hij zijn wens tot uitdrukking, de belangstelling van zijn stadgenoten op te wek ken voor de moderne schilderkunst. De gemeentebouwmeester J. H. Will en de archi tect J. A. Frederiks kregen opdracht het ontwerp te maken voor het nieuw te bouwen museum, dat aan de eisen des tijds zou moeten voldoen. De Bilder- Gallerie te Kassei, gebouwd in de jaren 1871 -'77, zou De Stoppelaar hierbij voor ogen hebben ge staan 6). De bouw kostte bij aanbesteding 7.200, Inmiddels was in 1886 opgericht de „Vereeniging tot het oprichten en instandhouden van eene open bare Zeeuwsche verzameling van hedendaagsche kunst, genaamd Kunstmuseum te Middelburg' De Stoppelaar was voorzitter en tevens vertegenwoor diger van de Confrérie van Sint Sebastiaan. Het bestuur bestond voorts uit: P. J. van der Leyé en B. A. Verhey, mede namens de Confrérie; J. J. H. Doorenbos en W. J. van den Berghe, namens „Uit het Volk-Voor het Volk"; J. C. Lantsheer namens de Teekenacademie en uit J. P. I. Buteux, W. A. Graaf van Lijnden en Henri Tak. De sympathie voor de jonge vereniging bleek reeds dadelijk op de eerste algemene vergadering op 25 mei 1887 uit het feit, dat 106 leden en 23 begunstigers waren toegetre den 7). Het gebouw was op tijd gereed gekomen voor de schilderijententoonstelling, welke „Uit het Volk- Voor het Volk" zou houden in maart 1887. Als mu seum werd het op 22 juni 1887 voor bezichtiging opengesteld. Het schilderijenbezit, waarmee men begon was op de laatste tentoonstelling (1887) aan gekocht of door schenkingen van aankopen op de eerder gehouden tentoonstellingen verkregen en bestond uit: Mevrouw M. Bilders-van Bosse (1837-1900), Winterlandschap (cat.prijs 550, E. Frankfort (1864-1920), Het Morgengebed (cat.prijs 800, P. J. C. Gabriël (1828-1903), In de Kamper polder (cat.prijs 800, G. Henkes (1844-1927), Interessante lectuur (cat.prijs 150, J. S. H. Kever (1854-1922), De zusjes (cat.prijs 250,-); Fred. Lintz (1824-1909), Het eerste glas (cat. prijs 80, A. G. A. Ridder van Rappard (1858-1892), De tegelschilders (cat.prijs 250, J. J. Schenkel (1829-1900), Gedeelte der Groote Kerk te Alkmaar (cat.prijs 400,- W. J. Schütz (1854-1933), Voor de bui naar binnen (cat.prijs 150, P. Stortenbeker (1828-1898), Vroege morgen (cat.prijs 900, J. H. Weissenbruch (1824-1903), Strand te Scheveningen (cat.prijs 300, Henri Tak (1844-1910) 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 2