Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen Vergadering van het bestuur van het Kon. Zeeuwsch Genootschap met vertegenwoordigers van de besturen der Werkgroepen, Studiekring en Redactie Encyclopedie en Archief. Tijdens 'deze vergadering, die gehouden wend op 28 februari 1970 is igiejbleken, diait de warkgtoeps- besfcurren unaniem van mening zijn, diait een goede communicatie tussen Hoofdbestuur en Werkgraepslbeisitiuren sleichts mogelijk is ais af gevaardigden van de Werkgroepen als bestuurs lid zitting mennen in het Hoofdbestuur. Met Werkgroepen wonden gelijkgesteld: de redactie van de Encyclopedie en de Juridische Studie kring. De redactie yian heit1 Archief zal die status vian „commissie" behouden. Het bestuur 'Van het Genootschap sitellt hierte genover, dat dit slechts mogelijk zal zijn na wij ziging van de Weit vtam het Genootschap. Tege lijkertijd zal dan heit instituut van Dagelijks Bestuur, dat nu reeds op informele basis funiotio- neart, in die Wet moeten worden ingevoerd, Het bestuur zal voorstallen dienaangaande aan die eerstvolgende algemene vergadering voorleggen (in april a.s.). Juridische studiekring Wij brengen nog eens in herinnering, dat de volgende bijeenkomst van die Juridische studie kring zal plaats hebben op 10 april, om 8 urn 's avonds in gebouw Abdij 11. Spreker: dr. D. van der Wel over heit onderwerp: Openbaarheid in het bestuur. Openbaarheid in de strafrechtspraak? was helt onderwerp van de inleiding van prof. dr. H. Biamchi (11 maart voor de Juridische studiekring) Spreker gaf eerst een overzicht van de veran derende inzichten in de loop der historie omtrent het leerstuk van de openbare strafrechtspraak. Terwijl in de hoge middeleeuwen openbaarheid regel was, zodat controle op de rechtspraak mo- galijk Was!, verdween deze openlij kheid geheel in d:e tijd van de inquisiltoire rechtspraak, die werd uitgeoefend dooir personen, bekleed met een grote en ongecontroleerde bevoegdheid, ten doel hebbende de „waarheid" aan heit 'licht te brengen. De rechtszittingen werden toen gehou den in heimelijkheid, de terechtstellingen daar entegen in heit openbaar, aangezien men grojte waarde hechtte aan de afschrikwekkende wer king van dit schouwspel. Voor heit eerst in de Bill of Rights en ma de Firamsie tijd in veie 'grondwetten is een omge keerd principe vastgelegd1: de rechtspraak zelf openbaar, teneinde wieer controlemogielijkheiid te hebben; de uitvoering echter vindt thans plaats in de heimelijkheid. De heimelijkheid, die ook mu wordt toegepast 'bij het vooronderzoek, en de eventuele rechtszitting met gesloten deu ren zijn nog restanten uit het inquisitoire tijd perk. Motieven voor heit 'handhaven van deze open baarheid bij die rechtszitting zijn: het vrij alge meen voorkomen eir van in deize tijd en veirder de generale preventie: die samenleving leert uiiit de openbaarheid', diait wetten ar zijn om toege past te worden, en de burger ondergaat hierdoor een zakiere giedragsveirSiterking. De openbaarheid functioneert op' twee manie- Ten: in de eerste plaats door het instituut van de publieke tribune. In de praktijk komt het er echter op neer, dat 'behalve bij zeer gerucht makende zaken, en. bij de zg. politieke rechtspraak (studenten-zaken na de Maagdenihuisaffaire') de publieke tribune bezocht wondt door kennissen of familieleden vain verdachte en nog, wat men sen met veel vrije tijd. Van meer belang is de tweede vorm, waarin de openbaarheid functio neert: nl. de pers. Ook de pens is echter geen ideaal controle-orgaan, immers zij is commer cieel gemotiveerd. Heit feit, dat de laatst© jaren het nut van de openbaarheid in de strafrechtspraak in twijfel wordt getrokken 'loopt min of meer parallel met een zelfde twijfel aan heit instituut van de gene rale preventie: Men acht het in strijd meit de ethica een verdachte te gebruiken als exempel voor andere mensen. Veel aandacht wordt te genwoordig geschonken aan d,e stigmatiserende werking van een strafproces, d.w.z. een branid:- merfcing, veroorzaakt door e'en stereotypering („eens gestolen altijd een dief"). Door publica ties in de per's wordt dezie stigmatisering nqg verergerd. Heit is onmogelijk, als men eenmaal openbaarheid heeft toegestaan, deze op een goéd moment te onderbreken. Dit zou weer frusitatie bij beilainigsiteilenidien te wieeg brengen. Er zijn reeds verschillende tussenvormen voor gesteld, waardoor met behoud van de mogelijk heid tot controle toch het effect vian de stigima- 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 36