lende dat jaar dienden zich op die dagen totaal
maar 27 bezoekers aan 15). De tentoonstellingen
werden naar verhouding iets beter bezocht. Zo
kreeg in 1888 de eerste (incidentele) tentoonstelling
„Verzameling van Noordpool-schetsen" van Louis
Apol (1850-1936) 160 bezoekers „onder welke en
kele ambachtslieden tegen den verminderden prijs
van 10 ct" 16).
Overigens kan niet gezegd worden, dat deze expo
sities artistiek van veel betekenis waren. Een uitzon
dering hierop maakten een tentoonstelling van
Prentkunst in juni 1894 en een tweetal tentoonstel
lingen van Affiches in maart en december 1895,
alle drie uit het bezit van Henri Tak. Vooral de
beide laatste tentoonstellingen waren uitschieters.
Een belangrijk deel hiervan kon, zeker voor Mid
delburg in die tijd, worden beschouwd als avant-
gardistisohe kunst. Men kreeg de gelegenheid op
deze exposities kennis te maken met affiches van
kunstenaars, die een blijvende naam in de interna
tionale kunstwereld zouden veroveren:
Sarah Bernard! (Gismonda) door Mucha
(1860-1933), Misia Sert (affiche voor La Revue
Blanche) door Bonnard (1867-1947), Aristide
Bruant, Jane Avril, May Belfort en La Goulue
door Toulouse Lautrec (1864-1901) en vele
anderen 17).
Doch ook voor deze affiches (totaal 249 stuks) lie
pen de Middelburgers n.iet warm. „Jammer genoeg,
dat aan deze inderdaad belangrijke collectie geen
druk bezoek ten deel viel" schreef de secretaris
teleurgesteld in zijn verslag over dat jaar18).
In 1899 was de door velen gewaardeerde voorzitter
mr. G. N. De Stoppelaar overleden. Tijdens zijn
leven had hij hef museum totaal 44 door hem op de
tentoonstellingen aangekochte schilderijen, aqua
rellen en tekeningen ten geschenke gegeven. Bij
zijn overlijden had hij het voor de laatste keer be
dacht met een legaat van 7.000,Het bestuur
besloot dit geld te beleggen en van de renten een
fonds te vormen (heit thans nog bestaande De Stop-
pelaarfonds), waarvan op tentoonstellingen kunst
werken aangekocht konden worden.
Het aantal leden en begunstigers was intussen ge
leidelijk aan afgenomen. In 1900 waren het er
respectievelijk 69 en 34 19).
Wat was de oorzaak van deze teleurstellende be
langstelling na het toch zo veelbelovende begin?
Had men teveel verwacht van het Middelburgse
publiek of, zoals een bestuurslid beweerde, „ver
drong de football' alles"?20). De juiste instelling
voor het begrip kunst was niet bij iedereen aanwe
zig, hetgeen wel blijkt uit een verzoek van een
Dirk van Delen, Het bad Bethesda, waar Jezus een zieke geneest (Archief van de Godshuizen, Middelburg)
40