Kenterend getij
Boekbespreking
Kenterend getij. Foto's: Wim Riemens.
Samenstelling: M. P. de Bruin, G. A.
de Kok, Drs. M. C. Verburg.
Middelburg, G. W. den Boer, 1970.
(VIII, XXIV en 172 blzn.; geb. 29,50).
Precies tien jaar geleden gaf Wim Riemens het
platenboek „Ontworsteld Zeeland"uit. Hij vestigde
er zijn reputatie mee van talentvol fotograaf. Het
boek is sinds lang uitverkocht en dus was er plaats
voor een nieuw plaatwerk van soortgelijke aard.
Dat is nu dan verschenen. Het heet Kenterend getij.
Dat is een titel die we verstaan. „Leven in Zeeland",
zegt de inleiding op de eerste afdeling van het
boek, „is leven met water, leven achter dijken, wer
ken aan deltadammen om storm en vloed te beteu
gelen. De afsluiting van zeegaten luidt een kente
ring in van het getij der eeuwen: veiligheid groeit in
een gewest, dat van geslacht op geslacht werd
geteisterd door watervloeden. Achter dammen
wordt de zee een binnenmeer".
Die eerste afdeling gaat over het water; de andere
hoofdstukken heten wonen, werken, spelen en sei
zoenen. Het water staat voorop. Zeeland dankt er
alles aan, tot zijn naam toe. De zee was vanouds
zijn beschermer en zijn belager, zijn vriend en zijn
vijand. In Zeeland was het altijd onzeker leven, en
we hebben dat tot in de allerjongste tijd toe er
varen. Levinus Lemnius, de geleerde Zierikseese
dokter uit de 16e eeuw, zag in de voortdurende
bodemveranderingen van zijn land het typisch hu
manistische beeld van de „vicissitudo rerum", de
wisselvalligheid van al het aardse, de onstandvas
tigheid van al het vergankelijke. In Zeeland kon in
één enkele nacht het land waar men zich veilig
waande één onoverzienbare watervlakte worden,
waar geen leven meer mogelijk was. Nu gaat de
mens paal en perk stellen aan de dreiging van de
zee; de zeegaten waar het gevaar dreigt worden
afgesloten, en dat houdt in dat het beeld van Zee
land opnieuw een grondige wijziging ondergaat.
Het getij der eeuwen kentert; het is nu al moei
lijk zich in te denken hoe Zeeland er een kwart
eeuw geleden uitzag.
De foto's van Wim Riemens leggen voor ons het
beeld vast zoals het nu is. Het zijn foto's van onze
tijd, eerlijk en nuchter. Wat dat betreft komen ze
overeen met die van zijn eerder verschenen boek,
waarin al evenmin romantiek te bespeuren viel. Hij
heeft dat element opzettelijk vermeden. Aldus be
zit dit boek naast een artistieke ook een documen
taire waarde. Men zal er ook in veel latere jaren
uit kunnen aflezen niet alleen hoe Zeeland er in
1970 uitzag, maar ook hoe de Zeeuw uit die tijd
zijn land zag. Zeeland in het kenterend getij. Nog
zijn er mannen en vrouwen die de oude kleder
dracht met waardigheid dragen, nog vindt men er
molens en landelijke boerderijtjes, nog wordt in de
dorpssmidse van Biggekerke het paard beslagen
in de travalje, nog schieten de boeren op Zuidbe-
veland en in West-Zeeuwsvlaanderen naar de gaai,
nog steken de jonge boerenzoons naar de ring, pre
cies zoals dat eeuwen geleden gebeurde. En hoe
mooi is dat alles wanneer Wim Riemens het ons
laat zien. Maar dan is ook het geheel moderne
nnendijk, westelijk Zuid-Beveland