Stavenisse
Ouwerkerk mooi, en de nieuwe wijken van Vlis-
singen, de stalen gevaarten die hoog oprijzen bo
ven de steden, de Zeelandbrug, de dubbeldeks
veerboot die ons van en naar Zeeuwsvlaanderen
brengt en zo veel meer dat er tien jaar geleden
nog niet was en waarmee we nu al bijna helemaal
vertrouwd en verzoend zijn. Riemens heeft nog al
eens een foio van het oude naast die van het nieu
we Zeeland geplaatst. Je zou het raffinement kun
nen noemen. Het heeft dit resultaat dat er bij het
bekijken van zo'n tweetal foto's die je in één oog
opslag kunt overzien allerlei gedachten in je op
komen door de onderlinge vergelijking. Datzelfde
effect kan trouwens ook één foto oproepen waar
op zowel het oude als het nieuwe zijn opgenomen:
de neonbelichting tegen hef silhouet van de Mid
delburgse Oostkerk.
Zeeland is geen achtergebleven gebied meer; dat
leren deze foto's ons wel. Maar het is ook nog geen
Pernis. Het getij der eeuwen kentert er in onze tijd
en niemand kan zeggen wat daaruit zal worden.
Verbeeld ik het me, of is het werkelijk zo dat Rie
mens veel aandacht heeft gehad voor kinderen en
voor paarden? En als dat zo is, schuilt daar dan
symboliek in? De kinderen die er altijd zullen blij
ven en die altijd jong zullen zijn en elke vernieu
wing met de vain zei f s preke nd'h etd zullen opnemen
die kinderen eigen is? De paarden, de edelste die
ren, maar wier getal steeds minder wordt en die zich,
wie zal zeggen hoe spoedig al, wel niet zullen kun
nen handhaven in onze steeds meer vermechanise-
rende wereld?
Ik heb veel waardering voor de inleiding van dit
boek: een in zijn beknoptheid volledige en voortref
felijke samenvatting van de geschiedenis van Zee
land, van M. P. de Bruin, voor de nieuwste tijd
voortgezet door Drs. M. C. Verburg: helder ge
schreven en op originele wijze geïllustreerd. G. A.
de Kok, de hoofdredakteur van de P.Z.C., had de
eindredaktie van het boek. Ze kunnen, mèt de foto
graaf en de uitgever, tevreden zijn over het resul
taat van hun gemeenschappelijk werk. En het is een
goed idee geweest, een korte samenvatting van de
inleiding in de drie moderne talen als losse bij
drage aan het boek toe te voegen.
P. J. MEERTENS
Molen te Tholen
Foto: C. A. L. Kotvis
92