DM O O S TM R S CHMMDM Plattegrond van Zierikzee en ligging t.o.v. Oosterschelde zen (ter zoute) op een bepaald bedrag per schip wordt opgebracht. Werkelijk concrete gegevens over een belangrijke aanvoer of handel in gezouten haring van Zierik zee of van keuringsvoorschriften ontbreken, zodat wij tot de slotsom moeten komen, dat de verse haring voor Zierikzee belangrijker geweest is dan de gezouten haring. Overigens heeft ook in an dere plaatsen van Zeeland de haringvisserij ter zoute nooit zo diep wortel geschoten ais in Holland. Hoewel de bewijzen schaars zijn, is het hoogst waarschijnlijk dat de kabeljauwvisserij ter zoute speciaal in Zierikzee heeft gebloeid. Niet de ha ringbuis vinden we in de bronnen als voorkomend scheepstype, doch de pink (1446) en de schuit (1465). Daarnaast de mededeling, dat in 1394 door een schip uit Zierikzee twee dozijn lampreyen in Greath Yarmouth werden ingevoerd. Nu is deze lamprey een vissoort, oppervlakkig op een paling gelijkend, welke in het Nederlands de naam van prik of negenoog draagt en o.m. ge bruikt werd als aas voor de beugvisserij. Smallegange weet ons te vertellen dat buiten Zie rikzee een water „de Wiel" genaamd lag, waarin deze prikken levend werden gehouden. Een schip nam 2000 tot 2400 van deze prikken mee en elke prik werd in 10 tot 16 stukken gesneden en aan een haak geslagen, die met een snoer van 2 tot 2i/2 voet met een lijn was verbonden. Aan elke lijn zaten 27 snoeren, terwijl een beug uit 150 lijnen bestond. Een beug omvatte dus rond 4000 haken. Legt men nu verband tussen de pinken en schuiten en de handel in prikken, dan luidt de conclusie, dat de beugvisserij van oudsher in Zierikzee werd bedreven met wat men elders hoekboten noemt, en dat een onderdeel van deze visserij de kabel jauwvisserij ter zoute was. Het tijdvak van de Republiek Zo Zierikzee al een buisnering gehad zou hebben, dan is het zeker, dat deze het tijdvak van de op stand tegen Spanje niet heeft overleefd. Ook de haringvisserij ter verse zal danig zijn achteruit gegaan, want die verplaatste zich zowel in Hol land als in Zeeland steeds meer naar de kust dorpen. Helemaal verdwenen was deze visserij in de ze ventiende eeuw nog niet, want tijdens de derde 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 4