brak de dijk op die plaats door en Westenschou-
wen verdween.
Het sagenboek van Sinninghe begint met de water
geesten
Van de visschers van Westen Schouwen
wordt verteld dat ze zóó rijk waren, zóó rijk
als de zee diep. Daarom waren ze zoo barre
trotsch en hooveerdig, dat ze voor hun
schepen zilveren spijkers namen, en op hun
schoenen gouden gespen droegen. Ze waren
echter niet alleen hooveerdig maar ook
wreed,
Wij zijn vergeten aan schipper Schot te vragen wat
hij zou doen als hij een meermin in zijn netten
ophaalde. Zou hij haar in het Gravensteen ten
toonstellen?
Westenschouwen is niet de enige plaats die in
verband wordt gebracht met de meermin, ook het
vroegere Bath en Namen in oostelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen kwam met de min in aanraking met
even funeste gevolgen. Schouwen heeft evenwel
de oudste rechten.
Het leek ons een goede hommage aan Jan Heyse
naast de haarscherpe foto's van Kotvis de hout
sneden van Jan Heyse te reproduceren die in een
van zijn „blok"-boekjes de sage gestalte heeft ge
geven. Naast deze kroniek hebben wij er Smalle-
gange nog eens op nagelezen: De verandering van
de Stroom, en het vervullen van de Haven heeft
deze plaats alle hare Zeevaert en Koophandel be
nomen; waer door die nu seer is vervallen; en de
Kerk, die voor desen groot en schoon was, is nu
heel wech, waervan men noch een gedeelte overig
siet van een dikken massiven Tooren, 't welk voor
een goet baken in Zee verstrekt.
Vanaf het werkeiland heeft alles een andere di
mensie gekregen. Het lijkt of de duinen geen an
dere functie hebben dan als achtergrond voor
vakantiegangers. Smallegange zegt: Tegen de op
loop van het water heeft haer elders de Zee self
gegeven schoone, hooge, zandige Duinen, elders
en meerendeels de konste en kos'en van de inge-
setenen, sware dijkken.
Victor Hugo heeft hem gezien
We rijden terug naar Zienikzee, want er rust de
„plicht" de visserijtentoonstelling te gaan bezoeken.
Schot en Keikers hebben in samenwerking met
Zeelandia-directeur Coumou er iets goeds van ge
maakt. Aan belangstelling geen gebrek: op één
dag telde men 900 bezoekers.
De man in de kajak zit boven het aardse gewoel
en denkt er het zijne van.
Een gids voor Zierikzee en omstreken van het eind
van de vorige eeuw vermeldt van de kajak: „De
overlevering, dat deze kano met haar ver van den
geboortegrond omgekomen eskimo, aan het Zeeuw-
sche strand is aangespoeld, wordt ook vermeld
in de beschrijving van het tochtje, dat Victor Hugo
in 1867 door dit gewest maakte, bij welk bezoek
de beroemde man het Stadhuis bezichtigde en den
Grooten Toren beklom."
127