Jfatfjm-mvm en-Wisszubasi
huse van Middelburgh" die daarbij, voor de tijd
van 21 jaren vergunning verkregen om aldaar ta
fel te mogen houden tegen een jaarlijkse recog
nitie van 100 oude schilden. Uit een charter van
1280 zou kunnen worden opgemaakt dat reeds
toen in Aardenburg Lombarden aanwezig waren.
Toen nl. de Stapel of Factory der hanzesteden van
Brugge naar Aardenburg werd verplaatst en ook
de Spaanse kooplieden zich naar Aardenburg ver
plaatsten verleende de Graaf Guy van Dampierre,
graaf van Vlaanderen aan Aardenburg het recht
van een wisselbank. Hijzelf stelde die in en gaf
hem in leen aan Rogeer de Hercheeberghe tegen
een jaarlijkse rente van tien pond. Op 9 mei 1306
werd op last van graaf Robert van Bethune, graaf
van Vlaanderen een onderzoek ingesteld door
Jan van Menen en Gillis de Bruec, ridders, naar
de twisten tussen Aardenburg en Brugge over het
wisselrecht en een diefstal van geld. Ook met de
Lombarden te Sluis hadden de Lombarden te Mid
delburg relatie. De geoctrooieerden hadden het
monopolie van het bedrijf binnen Middelburg en
genoten bovendien vele andere voorrechten. Zij
waren o.a. vrij van alle schattingen en beden, cijn
zen en tollen jegens de graaf. Hun goederen moch
ten niet in een andere stad worden gearresteerd
terwijl er ook geen onderzoek mocht worden in
gesteld naar vroegere misdrijven. Gestolen goe
deren tot pand gegeven behoefden niet te worden
teruggegeven dan tegen voldoening van interest en
kosten. Zij konden hun schuldenaren doen gijzelen
door de „tooremeister" (cipier) van de graaf. Uit al
deze buitensporige voorrechten boven andere bur
gers blijkt hoezeer de uitoefening van het beroep
der Lombarden op prijs werd gesteld. Merkwaardig
is dat de mannen der geoctrooieerden tot 1400 hol
lands zijn en van 1400 tot 1600 een italiaanse of
on-hollandse klank hebben. Fokker meent dat de
vroegste geoctrooieerden agenten waren van een
groter gezelschap Lombardiers die in de Neder
landen gevestigd waren. In 1403 werden van de
Lombard Bonifaes Trabukin alle pretenties door de
graaf vernietigd daar hij wegens breuken al zijn
goed verbeurd had o.a. zijn huis in de Gortstraat,
hetgeen de graaf aan zijn bastaardneef Dirk van
Maarsen schonk.
Uit de grafelijke rekeningen kunnen vanaf 1438 vrij
wel alle elkaar opvolgende lombarden worden
aangewezen, die bijna allen hun tafel in de Lom-
bardstraaf hielden. Het waren:
Constant Valentijn 1438-1440
Symon du Solier en Willem Cazul 1440-1450
Raphael de Drue en Jan en Mathieu 1450-1458
de Drue (in de Noordstraat, tussen 1458-1469
Lombardstraat en Penninghoek)
Thomas Rombout 1469-1472
Jan de Drue 1472-1484
Mathias Anya 1484-1493
110