1 0 Plattegrond paardenknechtwoning, Bruinisse, 1912 STAL. BEDSTEDEN -WOONKAMER- W.C. KEUKEN KAMER. -PUT. wel eens genoemd wordt (evenals Bruinisse) was de bevolking veel zelfstandiger. Misschien zou dat geschiedkundig te herleiden zijn omdat Karei V deze parochie zelfstandig verklaarde en „niets ge meen had met de gemeenten van de Staten van Zeeland". Het is een oude ambachtsheerlijkheid met een eigen rechtspraak, waardoor zij geheel onafhankelijk waren. Zij waren ook de eersten, die de Fransen binnenhaalden en later het socia lisme. Het sociologisch rapport van de Nederlands Hervormde Kerk vermeldt, dat vroeger in ieder huis een portret van Douwes Dekker hing en zijn werken en die van Zola, Darwin en Domela Nieu- wenhuis veel gelezen werden! Misschien dat de volgende woorden van Multatuli hen aansprak: Paardenknechtwoning uit 1909 Am „Is de scherpe afzondering der standen, zoals die in Nederland wordt gehandhaafd, zedelijk? Ik trek geen partij voor den onttroonden adel der middel eeuwen, maar zijn we zooveel verder met onze kruideniershoogheid? Met onze boerentrots?" Dreischor heeft veel grote boeren en daardoor ook mooie, schilderachtige knechtenhuizen. De ver houding boer-knecht is onpersoonlijk en er heerst een sterk klassebewustzijn. De arbeiders hadden bijna allen een apart vlasbedrijfje, zodat zij min der afhankelijk waren van de boer en de seizoen werkloosheid hiermede konden overbruggen. In Oosterland is de instelling van de bewoners weer geheel anders. Zij sparen allen voor een eigen huis en 95% der bevolking is al in het gelukkige bezit er van. De Ambachtsheer heeft tot voor kort nog een zeer sterk stempel op het dorp gedrukt en men vreesde hem zeer. De typering van de bevolking sprak uit de woorden van een marskramer, die zei, dat hij langer in Bruinisse bleef, korter in Oosterland, terwijl hij Nieuwerkerk voorbijtrok, aangezien daar niets te verdienen viel. In Bruinisse heerst er een veel vrijere geest, die door de visserij, die daar de belangrijkste bron van inkomsten was, werd overgebracht. Men tu toyeert elkaar allemaal en onderdanigheid kent men niet. Het mooiste „paereknechtshuusje" staat in Brui nisse aan de voet van een 14e-eeuwse slaperdijk. Het heeft drie grote rode schuiframen met groene en witte luiken ervoor en twee schoorstenen, waardoor het een goede verhouding krijgt. Eén schoorsteen is de zogenaamde „loze", die uitslui tend voor de sier is aangebracht, de andere werd alleen gebruikt bij deftig bezoek. De indeling is op de plattegrond goed te zien. De binnenkomst is zoals gebruikelijk aan de achter zijde door „het klompenkot", waar de bemodderde klompen werden neergezet. De eerste kamer wordt 158

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 14