gebruikt als woon- en eetkamer en daar stond
het fornuis om op te koken en het huisje te ver
warmen. Naast het fornuis is de trap naar de vrij
ruime zolderverdieping, waar de vele kinderen dan
ook konden slapen onder zakken. De „mooie"
kamer werd alleen gebruikt bij bezoek en als
slaapgelegenheid in de bedsteden voor de ouders
en voor de baby in de „kribbe". Ook deze kamer
was spaarzaam gemeubileerd met rode pluche
stoelen, en een tafel en een mooie „spreuk" aan
de muur. De schoorsteen is van hout en heel een
voudig versierd door de dorpstimmerman. De bou
wer van het huisje uit 1912, die nu 85 is, kent alle
maten van het huisje nog uit het hoofd en herinnert
zich de 70-urige werkweek nog goed.
In de jaren 1930 woonde hier de paardenknecht
met twaalf kinderen en verdiende 12,in de
week. Hij kreeg 14 are grond erbij voor aardappe
len en kool en 25 mud kolen. Naast ,,'t uusje met de
tonne" stond het varkenskot, voor het biggetje, dat
zij ieder jaar kregen van de boer. De baas stopte
hem wel vaker iets toe: een kippebout of koffie
en met kerstmis een emmer chocolademelk. Dat
dat een feest was, valt te begrijpen, want meer
dan aardappels met spekvet zat er meestal niet
aan. De kinderen werden gekleed van „weggever
tjes" en liepen door weer en wind met blote voeten
een half uur naar school. Zij zullen het niet ge
makkelijk gehad hebben daar in het huisje „bie
den Diek", maar hoe vaak heeft daar geen auto
gestopt van één van de kinderen (nu allen vol
wassen) met het verzoek nog eens één keer „hun
'p.
Verbouwing door de recreant
'uusje" te mogen zien. Met tranen in de ogen
vertelden ze dan over hun leven daar en de goede
herinneringen, die ze hebben overgehouden van
die zestien jaar van lief en leed.
Boutens voelde dat aan, toen hij schreef:
Zoo van alle land en steden
Eischt U 't land en de oude stad
Waar Gij 't leven hebt geleden,
Waar Gij meest hebt lief gehad.
Het mooiste „Paereknechtshuusje", Bruinisse
159