Montage van een draineermachine
storting geweest aan de dijk voor Borsele. Vader
was dijkwerker, het sprak vanzelf dat ook de zoon
zou trachten in die richting zijn brood te verdienen.
Helpen dus met steenglooiingen zetten; maar
omdat het hem te zwaar viel, zocht hij het daarna
in landarbeid.
„In augustus 1914 kwam ik op een avond thuis van
tarwe snijden. Ze zeiden: de veldwachter is ge
weest, morgen moet je soldaat worden".
Landverdediger dus, in West Zeeuwsch-Vlaanderen.
„We werden in een vochtig wagenhuis in Heil Ie
ondergebracht. De kippen boezeneerden er rond
en het was er allemaal even primitief. We leefden
in de modder; soldaten op klompen, denk het u in.
We beschikten maar over een paar lepels en
vorken, voor een heleboel man".
In die jaren heeft Van den Ende overigens leren
lezen en schrijven. Hij had namelijk nooit een
school bezocht, omdat zijn ouders gemoedsbezwa
ren koesterden tegen de vaccinatie. En toen de leer
plichtwet werd aangenomen, was Van den Ende al
tien. Onderwijs in de militaire dienst; als alfabeet
ging hij in 1917 met groot verlof.
Steenlosser, loondorser. De Boerenleenbank stelde
hem in staat een „burgerhuis" te kopen, plus de
helft van een dorsmachine en de bijbehorende
motor. En zo is het dan begonnen. Zo'n dors-
maschien, och heren, als je zo iets gaat vergelijken
met de tegenwoordige combine een museum
stuk, een antiquiteit"!
Er gaat een verhaal over Charles Stork, die een
piepkleine weverij in Oldenzaal bezat. Hij leerde
op zakenreizen naar Almelo de smid Meyling uit
Borne kennen. Een voortreffelijk ambachtsman, die
Meyling. Stork vertrouwde hem al zijn reparatie-
werk toe. De samenwerking leidde tot oprichting
van een herstelwerkplaats, waarover Meyling de
leiding kreeg. En uit deze reparatiewerkplaats
groeide mettertijd de Machinefabriek Gebroeders
Stork Co. Ketels, stoomgemalen
Op bescheiden schaal treffen we in het bedrijf
bij Van den Ende sr. een soortgelijke ontwikkeling
aan. Van den Ende verbouwt naar eigen inzicht
een dorsmachine, die zo goed voldoet dat col-
lega's-loondorsers hem vragen ook voor hen een
dergelijk rebuiltwerk uit te voeren.
Een aantal jaren ontplooit hei bedrijf tweeërlei
activiteit: enerzijds hef landwerk, als loondorsen
en loonsproeien, anderzijds de reparatie en om
bouw van landbouwwerktuigen.
De ramp van 1953 leidde tot de aanpak van
cultuurtechnische werken als dragline-arbeid en
mechanische drainage.
In 1956 construeert Van den Ende N.V. een eigen
draineermachine, twee jaar later bestelt het
Luxemburgs Ministerie van landbouw bij de Bors-
167