Tegeltableau in boerenhuis te Borsele Zo zijn hier en daar complete tegelkamers met tableaus behouden, waar overigens de boerderij geheel is gemoderniseerd. Ook de oude kelders hebben zich meestal weten te handhaven en zijn dan nog in gebruik als koele en vorstvrije berg plaats voor levensmiddelen. Soms ontmoet men een monumentaal hek, dat toegang tot de boerderij geeft; elders is een zonnewijzer aan de muur intaci' gebleven. Zeer zelden zijn nog de originele bedsteden in gebruik (voor kinderen bijvoorbeeld) en hier en daar is nog de graanzolder met de verdeling in vakken boven de woning, niet tot slaapkamers vertimmerd. Aan een oude 17e-eeuwse zware deur vindt men Een klein gedeelte van de tegelkamer in ,,De Middelzwake" te 's-Gravenpolder een enkele maal een zware koperen deurklopper en soms boven de ingang van de woning een gedenksteen met ingebeitelde initialen en het bouwjaar. Opvallend zijn ook dikwijls de zware en artistiek uitgevoerde muurankers aan sommige woonhuizen. Toekomst toch niet rooskleurig Ondanks een aantal oude boerderijen in Zeeland, dat vrij goed geconserveerd is gebleven, moet toch worden geconstateerd, dat veel verloren is gegaan en gaandeweg nog meer verlies zal worden geboekt. De rieten daken verdwijnen, hoewel hier en daar hersteld wordt zolang het kan. Rietdekkers zijn evenwel schaars geworden. Het aantal intact gebleven oude boerenhuizen, voorzien van moderne ramen en kozijnen, en daardoor voorgoed bedorven, is legio. De pannen daken zijn of worden ontsierd door dakkapellen in alle maten. Aangebouwde keukens of andere bouwsels hebben eenzelfde effect. In de woningen verliezen de tegelwanden en plavuizen vloeren steeds verder terrein tegenover moderne materia len en een oud schouwstuk in de nog aanwezige schoorsteenmantel is bijzonder zeldzaam. Wat de tegels betreft, speelt hier de sterk opge dreven antiekprijs dikwijls een rol. Slechts de eige naar, die gevoel heeft voor het historisch gegroeide zal geholpen door subsidies het oude en het moderne op een verantwoorde wijze willen combi neren en behouden. Hier en daar zien we dat gelukkig gebeuren. Daartegenover staat het feit, dat de toenemende industrie in ons gewest de landbouwgronden bij honderden hectares opeist en dat daardoor van sommige boerderijen niet eens meer de plaats waar ze stonden is terug te vinden. Het geheel overziend, kunnen we niet optimistisch zijn en we vrezen, dat over hoogstens een kwart eeuw nog maar een klein aantal werkelijk goed geconserveerde oude boerderijen als „museum stukken" in onze provincie zullen zijn overgebleven. 151

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 7