Dat was het dan! Wat nu? Ir. P. J. 't Hooft Behalve de smalle kuststrook en het water, is Zee land door mensen bedacht en gemaakt. Het landschap wordt gevormd door de dijken en de beplanting van watergangen en sloten die de derde dimensie geven aan de verkaveling van de polders. Overal ziet men twee, drie kerktorens tegelijk en Middelburg, Veere, Hulst en Zierikzee gaan prat op hun stedenschoon. Vrijwel elk dorp heeft een Kerkring of een Voorstraat van een zo voorname allure, dat ze de huidige verfrommelde bebouwing verdragen kan. Borsele is met zijn op de gulden snede en een voudige getalverhoudingen gecomponeerde platte grond zelfs een stedebouwkundig monument van unieke waarde. Hoe lang nog? Van de pikante manier waarop de buitensingels, exact volgens het magnetische noorden gericht, opgenomen zijn in de strakke, vroeg 17e-eeuwse verkaveling van de polder, zal na het gereedkomen van de kern-cen trale in het Sloe niet veel meer te beleven vallen. Voortgaande industriële verkavelingen zullen dwars door de bestaande perceleringen heensnij- den en de optimale harmonie in schaal, maat en getal, zo typisch voor de renaissance van de klas sieke orde, wordt onherkenbaar en dus chaotisch. En dat is een klassiek verwijt aan de barbaren. Noblesse oblige! Uit een kleine privé enquête, zonder wetenschap pelijke waarde of pretentie, bleek dat men dit facet van deze ontwikkeling, geheel over het hoofd zag. Dat zal in de eerste plaats wel aan de vraagstel ling gelegen hebben. Die was er echt niet op ge richt om de aandacht te vestigen op de contem poraine landschapsbehandeling en architectuur, maar veel meer, om er achter te komen welk aan deel in het totale beeld aan onze eigen tijd werd toegedacht. Daarom werd gevraagd wat men ka rakteristiek achtte voor een „profile'' van de ar chitectuur in Zeeland. Dat kwam neer op het noe men van wat gebouwen of stads- of dorpsgezich ten, die men spontaan voor de geest kreeg. Gegroepeerd naar de gebouwen werd de hele rij gotische kerken genoemd. De St. Baafs in Aar denburg, de Abdijkerken in Middelburg, de kerken Zelfs al zijn alle deskundigen het met elkaar eens, dan behoeven ze nog geen gelijk te hebben." BERTRAND RUSSELL in Hulst en Goes; de dikke toren van Zierikzee hoorde er bij en sommigen noemden nog Brou wershaven, Tholen en Veere. De laatste meer we gens het rare alpinootje op de toren en de paar denstal van Napoleon, dan wegens de architectuur. Verder nog Oostkapelle, Kloetinge, Nisse, Drei- schor en Kapelle met nog wat andere, als belang rijkste van de dorpskerken. Een enkeling noemde nog de Oostkerk in Middel burg, maar al die kleinere, simpele zaalkerkjes uit de laat 17e en 18e eeuw kwamen in het stuk niet meer voor. Geen Biervliet, Driewegen, Hoofdplaat, Koudekerke of St. Laurens, om er een paar te noemen van de dikke twintig, die in het Kunstreis boek voor Zeeland zijn beschreven. Bij de openbare gebouwen was het niet anders. De stadhuizen van Middelburg en Veere lagen on bedreigd aan de kop; Zierikzee en Sluis wonnen ex-aequo het brons. Brouwershaven, Tholen, Goes en Hulst vormden het peleton met als achterblijvers het gemeentehuis van Domburg, het voormalige gemeentehuis van Vlissingen en het gerechtshof in Middelburg. Die beide laatste zijn eigenlijk 18e- eeuwse woonhuizen en horen er dus niet bij. Hulst en Goes werden moeilijke gevallen gevon den. Ze staan beide stedebouwkundig zo pregnant in het stadsbeeld, dat men er niet aan voorbij kan zien, maar terecht kan de vraag gesteld worden of ze in architectonisch opzicht zo belangrijk zijn, dat ze in een „profile" passen. De vertrieste „restauratie" van het raadhuis in Hulst uit 1844 heeft het danig verramponeerd. De goede verhoudingen van de bouwmassa zijn er nog, maar de plastische geleding en detaille ring, die Laurens Keldermans het, naar de traditie van zijn geslacht, ongetwijfeld meegegeven heeft, is in het exterieur geheel verloren gegaan. In Goes ligt het wat anders; de ingrijpende verbouwing van 1771-'75 gaf het gotische gebouw een zodanige face-lifting, dat het nu in de handboeken onder het hoofdstuk rococo gerubriceerd wordt. Toch verloochent het, hoe ook bekleed en van andere ramen en koepeltorens voorzien, -met de grote 194

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 18