voort. Iedere ontwerper weet het en ieder bureau-
en techno-craat, die zich van zijn verantwoorde
lijkheid bewust is en dat zijn er naar mijn er
varing zeer velen onderkent het en, wat meer
is, doet eraan wat hij kan. Maar hij kan alleen
maar wat doen binnen de grenzen van zijn eigen
specialisme. „Ik nu profeteerde, zoals mij bevolen
was, en zodra ik profeteerde, ontstond er een ge
ruis, en zie, een beweging, en de beenderen voeg
den zich aaneen zoals zij bij elkander behoorden;
ik zag toe, en zie, er kwamen spieren op, en vlees,
en er trok een huid overheen; maar geest was er
nog niet in hen". Veni creator spiritus!
Die geest zal niet terugkeren als wij aan de be
staande disciplines die van de aesthetica toevoe
gen en het dan verder aan het vrije spel van de
maatschappelijke krachten teruggeven. De jaren
tussen pak weg 1880 en 1930 hebben bewezen dat
flambard en flodderdas eerder ten detrimente dan
ten goede hebben gewerkt. De geest zal ook niet
komen, als we wat meer „op" en „pop" door de
disciplines mengen. Wel heeft deze projectie van
de weggooi-romantiek van de rommelmarkt, op de
weggooi-realiteit van de super-markt, onze samen
leving zich van deze spanningen bewust gemaakt.
„Wenn wir traumen, dasz wir traumen, sind wir
nahe am Erwachen".
Zal de wal het schip ook keren? Ons lijfelijk welzijn
dwingt ons om ter zake van de milieuhygiëne die
wal te verkennen. Voorshands zijn er enkele ba
kens uitgezet die ons koersen in de richting van
een herwaardering van vele waarden, die onze
samenleving tot op heden te hoog of te laag aan
slaat. Wellicht zal daarbij ook het milieu dat wij
ons in onze gebouwen scheppen aan de orde
worden gesteld. De rechtvaardigheid dwingt ons in
die herwaardering het getal en de daaruit voort
vloeiende disciplines te betrekken. Daarom zal
onze taak zijn om die disciplines, boven hun eigen
doelstelling uit, te richten op de totale mens: ge
raamte, spieren, vlees en geest! Zolang in ons
economisch systeem slechts materiële waarden (in
geld) gemeten worden, moeten we vaststellen dat
dit veel geld gaat kosten. Leren we om ook im
materiële zaken met dezelfde maat (geld) te meten,
dan behoeven we het systeem niet te veranderen;
er zullen slechts (sic) betere meettechnieken moe
ten worden ontwikkeld.
Dit is een zaak van cultuur, het enige departement,
dat behalve ontwikkelingshulp en buitenlandse
zaken, geen enkele bemoeienis heeft met deze
problematiek. En cultuur is ook, behalve een de
partement, per definitie, de vorm (dat is het
zichtbare beeld) waarin een samenleving zich
manifesteert.
Wat nu?
203