Glasfabriek Sas van Gent. (Foto C. A. L. Kotvis) Nog steeds heeft de ervaring niets geleerd, nog kan hij door de lentewouden dwalen zoals een jongen die verwacht en niet weet wat, achter die bomen straks die ene of dat ene; vogels en ruisen, vreugdevol verlangen, vermengd met droefenis, vermoeden van een onbereikbaarheid. Hij weet nu toch wel: nimmer zal dit komen, het scheerde langs, heel even, lang geleden, voorbij genoeg om saam te vallen met wat jongens dromen in de lente, onder bomen vol ruisen, vogelzang en liefdessagen. En toch, kan het nog komen, of zal dit onnoembare als 't leven zelf wijkt vluchten een toekomst in, geluk, verrukte zucht, zoals hij warm werd voor dat hij bewust door lentewouden liep, mogelijk in een leven dat men geen leven noemt? HANS WARREN 204

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 28