zag of teugel gewend is, koppig van aard, en licht in beweging te brengen als de golven der zee, die schuimende het eiland omringt." Een oordeel dat hij even later aldus herhaalt: „Maar dit volk van Walcheren is gelukkiger door deze eigenschappen omdat het koppig is, hard en ruw, omdat het is als de golven der zee en de zee volgt in haar grillige geestesgesteldheid, omdat het in geen enkel opzicht wordt belemmerd door heerschappij of wetten, omdat er niets is dat het vreest en slechts leert door wonderen: deze vinden hier dan ook des te talrijker plaats en ontroeren de verharde gemoederen." We hebben nog een bron waarin wordt vermeld hoe de vechtlustige Zeeuwen er uit zien, een bron die wat de verhalen betreft zeer voorzichtig moet worden gehanteerd. Het betreft de Gesta Herwardi het verhaal van Herewardus - die in vele legenden opduikt in het verhaal van de man van de laatste weerstand der Angelsaksers tegen de Normandiërs. Hereward de Sakser heeft de expe ditie van Robert de Vries naar Walcheren meege maakt, waarschijnlijk kort voor 1070. De Zeeuwen in middeleeuws krijgsgewaad worden aldus be schreven10) De uitrusting en bewapening van de Zeeuwen was als volgt: zij droegen korte vilten jakken geïm pregneerd met teer, hars en gom, of ook wel leren tunieken, die verhard waren door ze aan grote hitte bloot te stellen. En in de hand droegen ze afgeknotte en met spijkers beslagen lansen, die zij gebruikten om te prikken, of om een aanval af te weren, of ook wel om dodelijke slagen toe te brengen. Verder waren zij voorzien van drie of vier werpspiesen, vierkant in doorsnee, die zij naar de vijand toeslingerden. Tussen twee man die zo uitgerust waren in, werd er steeds één opgesteld, die een zwaard of een bijl droeg en die dan tevens het schild van die andere twee voor zich uit hield. Deze uit het latijn vertaalde passus is opgenomen omdat ze iets vertelt over het middeleeuws krijgs gewaad van de Zeeuwen. Laten we het verhardingsproces van de tunieken weg, dan krijgen we korte vilten jakken, bestand tegen het Zeeuwse klimaat en gemakkelijk te dragen. Om nog even op het verhaal van Hereward terug te komen. Hij hoort dat er op een van de Zeeuwse eilanden zulke voortreffelijke paarden zijn en koopt een merrie met een veulen, die de namen Zwaluw en Lichtvoet krijgen. Uit een andere bron weten we dat Walcheren zelf vermaard was om zijn paarden. Paarden, schapen, landbouw, het zijn trefwoorden voor het Zeeland van toen. Maar er is nog zoveel meer. Laten wij het eens op een rijtje zetten: Na de langdurige overstromings fase sedert 300 zijn er in de 8e eeuw eerste aan wijzingen voor menselijke bewoning van de Vlaam se kustvlakte. Omstreeks 690 predikte Willibrord op het eiland Wulpen, voor de kust bij Groede, en vandaar begaf hij zich vermoedelijk naar Walcheren De plaats Walcheren in de duin streek bij het huidige Domburg gelegen, was be langrijk als handelscentrum in de 8e en 9e eeuw. Rond 900 zijn de burchten opgericht: Aardenburg, Souburg, Middelburg, Burgh op Schouwen. De 210

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 34