dom heeft gelegen 2). Onder de „vereerders" van de godin bevonden zich handelaren in aardewerk, in zout, in vissaus, in wijn en voorts een reder. Zij waren onder meer afkomstig uit Keulen, Trier en Noord-Gallië. Veel, zo niet alles, wijst er op dat het heiligdom van Colijnsplaat evenals trouwens dat van Domburg aan of in de buurt van een belangrijke handelsroute, ongetwijfeld een vaar route, moet hebben gelegen 3). Een destijds te Domburg gevonden inscriptie spreekt van een handelaar in aardewerk (vlg. afb. 5) op Britannië 4), hetgeen op overzeese scheepvaartverbindingen wijst, bijv. van het Rijngebied naar Engeland en omgekeerd 5). Bovendien zijn in het mondingsge- bied van de tegenwoordige Oosterschelde tot nu toe vier fragmenten gevonden van Romeinse dak pannen waarop het stempel van de Classis Ger- manica Pia Fidelis (CGPF), de aanhankelijke en getrouwe vloot van Germanië (afb. 6). Een en ander duidt dus op de vroegere aanwezig heid van een haven en/of vlootstation, misschien enigszins te vergelijken met het eenvoudige haven tje op afb. 7, maar dan van grotere afmetingen 6). Merkwaardig in dit verband is ook een 17de-eeuwse kaart van Nicolaas Visser7), waarop tussen Wal cheren en Schouwen een punt staat aangegeven met de aantekening: „Den Roompot een voornoem Casteel bij de Rhomeynen gebouwd pleegh alhier te leggen". Of we veel waarde aan deze aandui ding moeten hechten, is moeilijk te zeggen. De vondsten van Colijnsplaat hebben er echter op gewezen dat we in de archeologie niet alleen te land, doch ook te water actief moeten zijn, om over de mogelijkheden van luchtfotointerpretatie voor bepaalde delen van Zeeland nog maar niet eens te spreken! De bodemgesteldheid en het landschap zijn in het deltagebied van zuidwestelijk Nederland zo veel veranderd dat we toevalstreffers, zoals de vondst van schipper Bout, heel goed kunnen gebruiken om onze kennis over „Zeeland in de Romeinse tijd" aan te vullen. We weten wel dat er langs de kust in het begin van onze jaartelling een Oud Duin landschap lag, met daarachter een zich tot het AFb. 1. Zojuist opgehaald uit de Oosterschelde: Altaren, stenen, brokken klei en veen, hout, krabben en wier liggen nog chaotisch dooreen aan boord van de Tholen 6 van schipper K. J. Bout Afb. 2. De ongelooflijke oogst na één dag vissen op de Oosterschelde bij Colijnsplaat. Het dek van de Tholen 6 van schipper K. J. Bout ligt bezaaid met altaren en grote brokken tuf. Links, vaag op de achtergrond, de brug over de Oosterschelde. f*yw 214

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 38