Afb. 5.
Romeins aardewerk uit een handelsnederzetting te O.uddorp
(Goedereede), opgraving R.O.B. 1958/59
bij hoge vloeden kleiafzettingen plaats op het veen.
Zo is in het noordelijk deel van Walcheren reeds
in voor-Romeinse tijd een brede strook veen met
klei en zavel bedekt. Naar het binnenland toe
nemen deze afzettingen, afhankelijk van breedte
en diepte van het estuarium en de hoogteligging
van het land (veen) sterk in betekenis af of zijn in
het geheel niet aanwezig8). Bovendien zijn vele
van deze oudere sedimenten gedurende de middel
eeuwen en later, over grote gebieden totaal weg
gespoeld, zodat een reconstructie van het land
schap met zijn vroegere waterlopen hier een ha
chelijke onderneming is. Ook door toedoen van de
mens zijn in latere tijd veel belangrijke sporen uit
gewist, bijv. door de op grote schaal bedreven
moerneringen in de middeleeuwen, en in onze tijd,
zeer zeker ook ten gevolge van allerlei ingrijpende
cultuurtechnische werken zoals ruil- en herverkave
lingen.
Ondanks de hierboven opgesomde moeilijkheden
menen bodemkundigen aanwijzingen te hebben
gevonden voor een oude Schefdeloop die in de
Romeinse tijd en een aantal eeuwen- daarvoor, on
geveer het volgende tracé zou hebben gevolgd:
langs Woensdrecht - zuidkant Tholen - in zuidwes
Afb. 6.
Fragment van een Romeinse- dakpan met het stempel van de
C(lassis) G(ermanica) P'(ia) F(idëlis), de aanhankelijke en ge
trouwe vloot van Germanië, gevonden op de noordwest-kust
van Walcheren
telijke richting door Zuid-Beveland - ombuigend
naar het noordwesten (tussen Walcheren en Noord-
Beveland) - uitmondend in zee tussen Walcheren
en Schouwen. De vondst van het Romeinse heilig
dom te Colijnsplaat is echter een aanwijzing dat er
langs de tegenwoordige noordkust van Noord-
Beveland (ook?) een vaarwater gelegen moet heb
ben. Liep hier nu een tak of de hoofdtak van de
Romeinse Schelde? Of was het een zijriviertje dat
een belangrijke schakel vormde in de verbinding
tussen de Scheldemonding ten noorden van Dom-
216