van de Schelde heeft er toe geleid, dat te Vlissin-
gen zowel een Nederlands als een Belgisch Loods
wezen is gevestigd. Het staat de gezagvoerder
vrij een Nederlandse dan wel een Belgische loods
te kiezen. Maar zoals op vele andere terreinen
is ook hier de vrijheid enigszins ingepast in het
streven naar doelmatigheid. De Nederlanders, met
een aandeel van circa 30% in de totale beloodsing,
zijn voornamelijk actief in het Oostgat. De Belgen
nemen de dienst in de Wielingen vrijwel geheel
voor hun rekening.
Het gezamenlijk uitvoeren van eenzelfde taak heeft
in het verleden vaak tot fricties tussen Belgen
en Nederlanders geleid. Thans is er een goede
samenwerking, ondersteund door uitwisselingsbe-
zoeken tussen de sociëteiten.
Hef aantal Nederlandse loodsen is geleidelijk
gegroeid tot circa 200. De meesten wonen in Vlis-
singen. Het overige personeel van het Nederlands
Loodswezen omvat ongeveer 250 arbeidskrachten
(betonning, verlichting, bemanning, kantoor, etc.).
Bij het Belgisch Loodswezen te Vlissingen zijn circa
300 loodsen betrokken; slechts enkelen hiervan
wonen in Vlissingen. De aankoop van hotel Noord-
zeeboulevard door het Belgisch Loodswezen duidt
er op, dat men prijs stelt op een goede logiesac-
commodatie voor de eigen mensen en dat men niet
geneigd is zijn positie prijs te geven. Naast de zee-
loodsen en rivierloodsen te Vlissingen, zijn er nog
enkele kanaalloodsen te Terneuzen.
Afronding
Om het beeld van de Zeeuwse varende gemeente
enigermate compleet te maken, moeten nog enkele
activiteiten worden genoemd. Hoewel Zeeland na
het vertrek van de Maatschappij Zeeland uit Vlis
singen geen grote scheepvaartmaatschappijen meer
kent, zijn er toch nog verschillende koopvaardij-
mensen, met name stuurlieden van de grote en
kleine handelsvaart in Zeeland vooral Vlissingen
woonachtig. Dit komt mede door de aanwezig
heid van een zeevaartschool te Vlissingen. Met zijn
300 leerlingen voor de primaire opleiding is de
zeevaartschool te Vlissingen de grootste van Neder
land. Dit is een gunstig uitgangspunt in het licht
van de ministeriële wens tot concentratie van het
zeevaartonderwijs.
Er zijn nog slechts enkele reders in Zeeland, waar
van met name rederij Vroon uit Breskens genoemd
kan worden. De landwaarts gerichte binnenvaart
schippers zullen hier buiten beschouwing blijven.
Tenslotte zijn er nog verschillende maatschappijen,
die uiteenlopende activiteiten verrichten zoals
slepen, bergen, cargadoors- en rederijwerkzaam
heden. Aan deze vrij heterogene ten dele op de
havens, ten dele op de zee gerichte bedrijvig-
heidscatagorie zijn o.a. de namen verbonden van
De Meijer, Muller, OVET (Terneuzen), Van den
Akker, Best, Dijkhuizen (Vlissingen) en Polderman
(Hansweert).
In het Zeeuwse zeefront domineert Vlissingen.
Naast een klein aantal energieke vissers treft
men er de Marine, het Loodswezen, de Zeevaart
school, de scheepvaartdiensten en de koopvaar-
dijmensen aan. Trekt men een cirkel nog waf
wijder, dan kan men in dit beeld ook betrekken de
N.V. Haven van Vlissingen en de scheepsbouw van
„De Schelde".
Zal de ontwikkeling van het nieuwe zeebeen
de zeehavenindustrialisatie en de commerciële
havenactiviteiten - tot een versterking van het
oude traditionele zeebeen leiden? De vraag naar
sleep-, loods- en cargadoorsdiensten grotendeels
havengericht zal ongetwijfeld toenemen. Zeeland
zal ook in versterkte mate een woonfunctie voor
koopvaardijpersoneel kunnen gaan vervullen. Maar
het nieuwe zeebeen zal in de toekomst waarschijn
lijk meer overheersend zijn in de provinciale econo
mie, dan het oude zeebeen in het verleden ooit
geweest is.
234