een verantwoord essay over ,,Sex in Zeeland" zullen we gretig aanvaarden. den we eerst van al een artikel over Vlaamse in vloeden op Zeeland vóór de Munsterse vrede. Die invloed was groot en veelzijdig. Henk Pieters zocht In den Yngelschen krayer het materiaal voor het stuk bijeen, mij viel de eer te beurt het te mogen schrijven. Het moest compact zijn en leesbaar tevens een lastige opgave! Destijds in Gent was ik gestreeld door de verkoop van losse nummers, in sommige gevallen aanwijs baar vanwege die „Vlaamse" openingsbijdrage. Dezer dagen heb ik het artikel herlezen en bevon den dat ik aan de eis van leesbaarheid slechts matig voldaan heb. Compact was het wel en oer degelijk, maar dit was vooral aan de onvoorstel bare literatuurkennis van Pieters te danken. Boven de Schelde trok de bijdrage van Verburg meer aandacht. Rien Verburg schreef over „Indu striële bedrijvigheid op Walcheren gedurende de tweede helft der 19e eeuw." Een inventarisatie van wat geweest was, maar boeiend verteld. Een hartverwarmend stuk schreef Hans Warren: „De Kaloot als natuurreservaat en recreatieoord." Wat is er sindsdien van de Kaloot gebleven, ach arme! En wat heeft in een periode van twintig jaar het woord recreatie een andere, een haast beden kelijke klank gekregen. Louis Lockefeer leverde een volkskundige bijdrage over Zeeuwsch-Vlaanderen en het bestuurslid Ir. M. A. Geuze tenslotte schreef over boerderij namen op Tholen. Een keurig nette Inleiding zette onze bedoeling uiteen. Geen vlag of vaandel, geen klaroengeschal of „te wapen!" Alleen de toezegging van velerlei informatie aangaande Zeeland en zijn bewoners. „Zo doende hopen wij van Zeelands vrienden tevens vrienden van het tijdschrift te maken." De pers, tot onze grote opluchting, was ons wel gezind. De Provinciale Zeeuwse Courant: „Zeeuws Tijdschrift maakt goede start." Het Vrije Volk (Zeeuwse editie): „Het eerste nummer ziet er veel belovend uit." Het Zeeuwsch Dagblad: keurig uitgevoerd, een keur van artikelen." Het Dagblad De Stem: „De vijf medewerkers die in het eerste nummer aan het woord kwamen, hebben werkelijk inhoud aan het orgaan gegeven." De Brugse Cou rant, na veel loftuitingen: „Proficiat!" Goede gezindheid sprak ook uit wat vriendelijke belangstelling van de N.R.C. en uit de houding van de Groene Amsterdammer, die met het leven „in de provincie" soms onaardig de spot kon drijven. De Groene gaf ons een plaats in zijn Kroniek der Kronieken tussen Hommes et Mondes en Science and Society. Wie zich de moeite getroost de oude jaargangen nog eens door te bladeren, zal ontdekken dat wij onze belofte van verscheidenheid ten volle zijn nagekomen. Met enige overdrijving mag gezegd worden dat het tijdschrift elk facet van het leven in Zeeland eens of vaker belicht heeft; alleen onderwerpen van partijpolitieke aard en de sex bleven onbesproken. (Een verantwoord essay over „Sex in Zeeland" zullen we gretig aanvaarden; partijpolitiek, hoe interessant ze kan zijn, hoort in 181

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 5