De klompendans.
verscheen. T' nieuw geboude Gentsche Sas of de
nieuwe sluis van Gent was echter al geruime tijd
voordien tot stand gekomen, maar de herinnering
aan de bouw was blijkbaar niet vervaagd. Het was
dan ook een geweldig werk geweest. Tegelijkertijd
betreurt Hondius het verdwijnen van de sluis in
Terneuzen.
De Sasse vaart was de tweede poging van Gent
een rechtstreekse uitweg naar zee te zoeken. De
Sasse vaart, zegt Nowé, is de vader van het
huidige kanaal van Terneuzen: „richting en ge
raamte werden door de Sasse vaart aan het
huidige zeekanaal geschonken".
Gent, een wereldstad in de 16e eeuw met ongeveer
50.000 inwoners, had grote behoefte aan een
goede verbinding met de Westerschelde, de voor
naamste slagader van West-Europa. De evenge-
noemde, vroegere stadsarchivaris van Gent, heeft
ons uitvoerig ingelicht hoe de verbinding van Gent
met de Braakman is tot stand gekomen. In februari
1547 vragen de heren van Gent aan landvoogdes
Maria van Hongarije van een aantal bestaande
kleine waterlopen een kanaal te mogen maken en
waar er boven Zelzate geen watergang was, het
kanaal door te trekken tot de Groote Landdijk of
Graaf Jansdijk, die het water van de Braakman
keerde. Aan het laatste stuk werd in september 1547
begonnen. Begin 1549 was het gehele werk klaar.
De Gentenaars waren niet tevreden, want de
schepen voeren van zee uit naar de Landdijk en
daar moesten de goederen over de dijk worden
gedragen om vervolgens in schuiten geladen te
worden voor vervoer naar Gent. Veel gemakke
lijker zou het zijn als de zeeschepen rechtstreeks
naar de metropool konden varen. Het bestuur
van de stad heeft het ijzer gesmeed toen het heet
was. In de zomer van 1549 kwam keizer Karei naar
zijn geboortestad om zijn zoon Philips als graaf
van Vlaanderen voor te stellen. Na het banket
vroegen de schepenen hem verlof in de dijk een
sluis te mogen aanleggen. Ondanks hevige protes
ten van Antwerpen werd 13 december 1549 door
de Keizer toestemming gegeven de Landdijk te
doorgraven en een sluis aan te leggen waardoor
de schepen zonder last te breken rechtstreeks naar
Gent konden varen.
241