Was men met het kanaal spoedig gereed, de slui
zen vorderden veel tijd. Eerst werd de zoute speye
gemaakt, de sluis waar het water van buiten, het
zoute water, werd toegelaten. Het duurde tot 1560
voor men aan het zoete speye begon om het
landwater in te laten. Eindelijk, april 1563, was het
zover: beide sluizen waren klaar. Tussen de speyen,
zegt Nowé, in de kom, bleef nog een overblijfsel
van de Landdijk staan, maar dat verdween 3 april
en het zoute water kwam en vloeide in het zoete
water. Een dag later kwam het eerste schip binnen,
Het Sas van Gent deed dienst.
Op het Sas zelf bezat de stad veertig gemeten
land, die in pacht werden gegeven. Op dit gedeelte
heeft de nederzetting Sas van Gent zich gevormd,
waar kaaimeesters, kaaigezellen, winkeliers en her
bergiers zich hebben gevestigd. De stad had streng
verboden op de sluizen en langs de Sasse vaart
handel te drijven om te voorkomen dat er hier een
handelsplaats ontstond, die een concurrent voor
de stad zou worden. Zo komt het dat het getal
huizen, tussen de veertig en vijftig, in 1569 en 1639
bijna niet verschilt. Geen uitbreiding!
Behoudens tegenslag ten gevolge van het instorten
van de zoute speye in 1564, leek het of de Gentse
haven een goede toekomst tegemoet ging. De
komende jaren 1572 en 1573 brengen plunderingen
van huizen en schade aan sluizen. De scheiding
tussen zuid en noord sluit de poort voor het Sas van
Gent.
In de loop van de tijd werd Sas van Gent zeer
versterkt, maar de sterke vesting viel na een bele
gering van anderhalve maand op 5 september 1644
in handen van Frederik Hendrik. Men kent het
vervolg: de vereniging met Nederland betekende
veel voor Gent. De oude Sasse vaart werd ver
diept en verbreed en tot Terneuzen verlengd. De
werken strekken zich uit over de jaren 1825-1827.
Geen Sasse vaart meer, maar kanaal van Ter-
neuzen. Tot de dag van heden steeds verdiept en
verbreed.
In het midden van de 18e eeuw heeft Sas van Gent
vijf of zes straten met ongeveer 200 huizen. Er is
een gereformeerde kerk, die door twee Neder
duitse en een Waalse predikant wordt bediend.
De rooms-katholieken vergaderden in een kerk-
schuur, maar de Tegenwoordige Staat bericht dat
er een stenen kerkhuis zal worden gebouwd. Met
zeven bolwerken konden zich de bewoners veilig
voelen in hun stad, inderdaad stad. Daarover laat
het onderschrift van een prentbriefkaart uit het
begin van deze eeuw geen twijfel bestaan: Gezicht
op de kleine markt en panorama van een gedeelte
der stad Sas van Gent.
Een andere prentbriefkaart vertoont een „Zicht op
't Meelfabriek. Kerk en klooster". Deze volgorde
heeft er de schijn van dat het materiële op de
eerste plaats komt, maar we nemen gaarne aan
dat dit niet het geval is.
Over de Meelfabriek gesproken: in 1835 wordt aan
D. Verschaffel vergunning verleend de watermolen
te Sas van Gent in werking te brengen. De water
molen is een vervallen monument, maar de
vraag is hoelang nog. Het thans aan monumenten
242