Aan de vergaderingen onder voorzitterschap van Gedeputeerde A. Schout bewaren wij allen dezelfde herinneringen De voorzitter: „Ja mijne heren, dan zitten we weer met de vraag: doorgaan of niet. Ik vind dat de redactie het goed doet. Mijn enige bezwaar tegen het tijdschrift is, dat het voortdurend te laat verschijnt Mr. A. J. van der Weel, eveneens lid van G.S.: „Meneer de Voorzitter, het is waar, het tijdschrift verschijnt nooit op tijd. Maar wanneer ik naderhand een gebonden jaargang raadpleeg, ben ik die vertragingen al lang weer vergeten." De voorzitter: „Meneer Van der Weel zegt het, ik denk het. Het tijdschrift moet natuurlijk door gaan." We profiteerden in dat ver verleden van een klein kapitaal dat Gedeputeerde Schout beheerde. Het bestond uit restanten van hulpacties voor Zeeland, vlak na de oorlog. „Het potje van Schout" zeiden ingewijden. Toen na verloop van jaren het potje leeg was, ontvingen we subsidie, of mogelijk de garantie voor even tuele exploitatietekorten ik ben in die zaken niet goed thuis. Sedert 1964 zijn de leden van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen automatisch geabonneerd op het Zeeuws Tijdschrift. Het Genootschap beschikt sindsdien over twee pagina's per nummer voor zijn Mededelingen een enclave binnen ons souverein gebied. We stellen deze regeling op hoge prijs: onze lezerskring is er door verdubbeld, meer dan verdubbeld. In '66 werd de redactie uitgebreid met de heren M. P. de Bruin en Ir. J. A. Trimpe Burger. Rien de Bruin had zoveel gedegen stukken in het tijdschrift gepubliceerd, was ons zo vaak van dienst geweest, met advies en bij het zoeken naar pas sende illustraties, dat zijn zetel in de redactieraad zo zachtjes aan een daad van eenvoudige recht vaardigheid was geworden. Jan Trimpe Burger, op voorstel van het Genootschap in onze kring opge nomen, doorwoelt de Zeeuwse bodem, in dienst van het Rijks Oudheidkundig Bodemonderzoek. Voor zover het archeologische bijdragen betreft, varen we vanzelfsprekend op zijn kompas. Sinds 1966 worden we ook bijgestaan door een diligente redactie-secretaris: drs. C. de Schipper. Beste lezer, aanvaard mijn excuus: ik verval in de stijl der jaarverslagen. We jubileren, we vieren feest. U kunt onmogelijk beseffen hoe jammer we het vinden dat twee trouwhartige vrienden van het eerste uur daarbij niet meer aanwezig zijn: Henk Pieters en Louis Lockefeer. Henk ontviel ons in 1962, Louis in '68. Het stuk is uit, het doek valt. En zoals dat bij het optreden van een amateurgezelschap betaamt, halen we nog eens, ook al is het applaus mager. Inderhaast hebben we alle mensen opgetrommeld die achter de coulissen werkzaam waren. De souffleur? Nee, naar eer en geweten: we hebben het altijd zonder souffleur gedaan; maar 185

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1970 | | pagina 9