Het begin van de Romeinse opgravingen te
Aardenburg door Jan van Hinte ter hand genomen
J. L. van Leeuwen
Op een wat merkwaardige wijze is in december
1949 Jan van Hinte in Aardenburg terecht gekomen.
Waargenomen onrechtvaardigheden bij zijn werk
deden hem destijds besluiten zijn taak in het noor
den des lands te beëindigen. Hij was werkzaam bij
de Stichting Politieke Delinquenten voor Groningen,
Friesland en Drente hoofd van het bureau Jeugd
zaken. Hij kende uit zijn contacten in Zweelo ds.
L. S. Blom goed, tijdens de oorlog predikant al
daar. Ds. Blom had toen veel te maken met de arme
bevolking uit zijn vroegere gemeente, en Van
Hinte moest onder deze noodlijdende bevolking,
van wie een groot deel door de armoede NSB-er
was geweest, zijn werk doen. Van Hinte kreeg
gewetensbezwaren: tegenover de armen werd het
uitgesproken recht geheel ten uitvoer gelegd, te
genover de welgestelden gebeurde dit niet. Na drie
jaar dit werk te hebben gedaan legde hij zijn
functie neer.
Jan van Hinte woonde met zijn vrouw in Assen.
Ze hadden geen kinderen. Hij was opgeleid tot
onderwijzer (verder kon vader het niet bekostigen)
vervolgens in Indonesië landmeter geworden, daar
door terecht gekomen bij de jarenlange internering
in de beruchte Jappenkampen, en had bij de Volken
bond in Genève gewerkt. Met zijn vrouw, schrijfster
en dichteres, E. S. van Hinte-Zandvliet, strijdster
voor de mensheid en voor de vrede vooral, be
leefden zij samen een bewogen leven. Beiden toe
gerust met een hoge intelligentie, een grote kunst
zin en een duidelijke rechtlijnigheid, maken zij zich
het nimmer gemakkelijk.
Uit Assen weg
Zijn vriend ds. L. S. Blom was intussen beroepen
(1947) tot predikant van de Ned. Hervormde ge
meenten Aardenburg en St. Kruis. Van Hinte wend
de zich nu eens tot ds. Blom om raad, en die bracht
Jan van Hinte in contact met burgemeester J. M. A.
C. van Dongen. Ds. Blom zeide: kom maar eens
praten, want hier is een burgemeester die zich van
de reglementen weinig aantrekt. Na 'n een paar
uur durend gesprek zei burgemeester Van Dongen
tenslotte: hier moet geholpen worden. Zoek maar
eens een plekje uit waar u wilt bouwen, want dat
wilde het echtpaar-Van Hinte, dan zullen we zien.
Van Hinte ging rond met ds. Blom, bezichtigde
onder meer diens kerk te Sint-Kruis, klom daar na
tuurlijk op de toren want Van Hinte moet alles
onderzoeken, en zei: daar zou ik willen wonen!
Dit is het plekje waar het huis nu staat, Heirweg 2,
Sinte Kruis, Aardenburg, drie kilometer nog ver
wijderd van de kom der zeer oude nederzetting
van de Romeinen. Het ligt aan een punt van het
Tonio-bosje, een wetenschappelijk belangrijk loof
bosje van Staatsbosbeheer, één hectare groot
slechts en niet toegankelijk, waarvan Jan van Hinte
ook nog als beheerder werd aangesteld! Beter kon
de familie Van Hinte het nauwelijks getroffen heb
ben, want dit is één der mooiste oorden van West
Zeeuwsch-Vlaanderen, het Grote Gat bij Sint Kruis
met de Biezenkreek en de Valeiskreek.
De eerste scherven
van Romeinse dakpannen
Terwijl de bouw van de bungalow werd geregeld
mocht Van Hinte zolang bij dominee Blom in huis
komen. Tijdelijk voor zes maanden op een kamer
op de eerste verdieping van de pastorie in Aarden
burg. Mevrouw Van Hinte kon niet mee, zij bleef
wonen in Assen tot het huis gereed zou zijn. De
actieve Van Hinte verveelde zich al spoedig. Van
een druk ambtelijk leven viel hij in nietsdoen,
54 jaar oud nog maar. Hij wandelde vooreerst veel,
fietste ook, met een Mosquito-hulpmotor op het
voorwiel door de hele streek. Rijdend door de
polders, langs velden, plassen en kreken. Natuur
lijk kwam hij dikwijls in de kom van Aardenburg.
Wandelend door het rustieke Aardenburg zag hij,
goed opmerker, in tuintjes op de vestingwallen
veel rode scherven liggen. Hij vroeg aan om
wonenden wat die scherven betekenden, doch men
wist het niet, behalve een enkele die iets vermoed
de. Dit was M. Kegel in de Tuimelsteenstraat.
Kegel had tijdens de oorlog al eens vernomen van
een Duitse officier, dat de rode scherven in zijn
tuintje Romeins aardewerk moesten zijn. Daarom
had hij de grotere scherven op een stapel tegen
zijn schuurtje bewaard.
Van Hinte, Kegel nog niet kennende, ook begrij
pend dat het waardevol materiaal kon zijn, ver
zamelde de scherven eveneens. Hij borg ze op in
kartonnen dozen, en bewaarde deze in zijn kamer
op de pastorie van dominee Blom. Als kind had
Van Hinte, wonende in de artefactenrijke provincie
Drente, wel wat belangstelling gehad voor archeo
logie, doch deze was sluimerend gebleven.
Kegel naar Van Hinte
De belangstelling van Van Hinte voor de romeinse
scherven vernemende, want ieder kent ieder in
deze streek, liep Kegel op een avond eens naar
het huis van dominee Blom en vroeg Van Hinte
te spreken. Enkele grotere scherven met verschillen-
16