Het slot, met links, nog gedeeltelijk zichtbaar de oude afgebroken r.k. kerk. Hier staat nu de pastorie. Afbeelding naar
een aquarel door A. Brandt, 1818 (gem. archief Goes).
zich dan weer geroepen om het bij de Vlaamse
graaf te houden. Ze worden verbannen en nemen
dienst in het leger van Vlaanderen. Vlak voor de
beroemde en beruchte moord op Floris V zijn ze
weer dikke vrienden van hem. Na 1296 is het neef
Wolfaert die onder graaf Jan I van Holland een
machtige positie in de regering gaat innemen. In
1299 wordt hij echter door opstandige burgers te
Delft vermoord. Hij was onder andere beschuldigd
van het ontvoeren van Jan I. Zijn neef Floris, de heer
van Goes, raakt in 1301 zijn bezittingen definitief
kwijt. Hij had weer eens de Vlaamse zijde gekozen.
De strijd waarin ook het lot van het slot Oostende
werd beslist vond plaats bij het inmiddels reeds
lang verdwenen kasteel Lodijcke.
De graaf van Vlaanderen trooste Floris door hem
te belonen met de ambacht van Hulst. Floris vindt
dan uiteindelijk op 22 juni 1322, strijdend in dienst
van Vlaanderen, de dood tijdens een gevecht nabij
Sluis.
Het slot in handen van de grafelijkheid
Op 23 september 1315 werd Jan van Beaumont
door zijn broeder Willem, graaf van Holland in
het bezit gesteld van al de verbeurd verklaarde
goederen van Floris van Borsele. Hij en zijn na
komelingen zullen periodiek hun verblijf hebben
gehouden op het slot te Goes.
Tijdens hun bewind gaat het Goes voor de wind.
In 1333 en 1342 worden er belangrijke privileges
aan Goes gegeven. Er vindt in deze periode ook
een grote uitbouw van het slot Oostende plaats.
Rest van deze bouwperiode is de nu nog bestaande
kelder. Deze kelder was in de tijd van de bouw
van een zaal wellicht de ontvangzaal op de
begane grond. Door de geleidelijke ophoging van
de omliggende gronden is het langzamerhand tot
voor de helft onder de grond komen te liggen.
Boven dit vertrek was en is nu ook nog een
grote zaal. Fraaie laat zestiende-eeuwse gesneden
balksleutels sieren de balken van het plafond.
Rond dit zware bouwwerk stonden dan de dienst
gebouwen, slotkapel en stallen.
Jacoba van Beieren
Het leven van deze gravin is getekend door steeds
terugkerende strijd om het bezit van haar Landen.
Mede door haar vier huwelijken is deze periode
uit de geschiedenis erg verward. Haar laatste
huwelijk met een telg uit het geslacht van Borsele
werd eerst in het geheim in 1432 en later op
1 maart 1434 openlijk te Sint-Maartensdijk ge
sloten. Deze vierde echtgenoot, Frank van Borsele,
zal met Jacoba van tijd tot tijd Goes hebben be
zocht. De legenden rond deze laatste vorstin uit
het Beierse huis verhalen dat zij zich graag thuis
voelde in Goes. Zij zou er zelfs bij een der up-
schoten door het treffen van de vogel koningin
zijn geworden. Ook de in 1929 stukgevroren moer
beiboom achter het slot zou door haar eigen
handig zijn gepoot. Wat er waar is van deze le
genden zal ons nooit bekend worden. Wel staat
3