Het Herenhuis te Borssele. Tekei door J. Bulthuis in 1792 gemaakt (Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Voorburg) rasende lanx den tande liep te vangen ende bewaeren, XXIII st. Illl gr. Mitsgaders aen Dierick Crijnss ende Pauwels Pietersz. vanden selven men mefte wagen ter Goes te voeren en in het gasthuys te brengen, XXX st. VIII gr.'. En dan: „Noch aen een oosterlinck, diens geit, dat hij met wercken gewonnen hadde, gestolen was, twee stuivers". Aan enkele arbeiders, die door hun aannemers in de steek waren gelaten, werd het loon uitbetaald. Ja zelfs de vergoedin gen voor het begraven van de elf paarden die tijdens deze werkzaamheden omkwamen, werden geboekt. De dijk is gereed Ondanks het slechte weer en andere tegenslagen was het Jan Florisse, de bode van de dijkage van Borssele, die op 11 mei 1616 met een verheugend bericht in Goes kwam: „Den 11 den mei 1616 heeft Jan Florisse, bode vande dijcka- gie van Borsselen tijdinge gebracht aen de heeren Bailliu, burgemeesters en schepenen, dat het lant van Borselen, op gisteren, wesende den lOden deeser, geverscht was uit het zout, daer van Godt almachtigh moet gelooft en gedankt zijn. En is de voorzegde Jan Florisse voor dezelve tijdinge vereert met eenen dubbele du- caet in specie". Het zou te ver voeren alle verdere details van deze herdijking te vermel den. Met recht mag gesteld worden dat hel Cornelis Soetwater is geweest, die niet alleen de stoot tot dit werk heeft gegeven, maar ook als dijkgraaf door zijn doorzettingsvermogen het werk tot een goed einde heeft weten te bren gen. Bronnen: Gemeente-archief Goes, Archief Heerlijkheid Borssele in het gemeente-archief van Goes en Handschrift 3486 Archiefbiblio theek Goes. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 15