Vanouds vindt vanuit Zeeland een zekere afvloei ing van koopkracht plaats naar Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. In de laatste |aren hebben enkele Brabantse steden hun aantrekkingskracht verhoogd: Bergen op Zoom (C A), Roosendaal (Nieuwe .Markt) en Eindhoven (Bijenkorf). Van uit Zeeuv/sch-Vlaanderen worden o.a. Brugge, Knokke, Gent en Antwerpen bezocht. Winkelplanning Winkelplanning in de zin van bewuste regulering van omvang, situering en eventueel samenstel ling van winkelconcentraties vond in Zeeland toepassing in nieuwe stedelijke wijken en in enkele gevallen in de binnensteden (city-winkel centra). Buurtwinkelcentra zijn in de laatste jaren tot stand gekomen in Middelburg-Zuid, Vlissingen-Paauwenburg, Goes-Zuid („De Bussel", versterkt buurtcentrum), Axel. Tot nu toe kent Zeeland slechts èèn wijkwinkelcenti urn (in op bouw) namelijk het winkelcenirom Zuidpolder in Terneuzen. Voor Middelburg-Zuid is een wijk winkelcentrum in voorbereiding. Het buiten de officiële v/ink.elplanning om toi stcind gekomen winkelcentrum op het industrieterrein te Vlissin- gen (Groenendijk - Hermans - Van Belle - Miro) neemt een aparte positie in. De winkelpianning in de binnenstad (city) is o.a. in Vlissingen aan de orde geweest. In Vlissingen is een nieuw winkelhart gerealiseerd in het saneringsgebied rond de Lange Zelke. Hierin hebben zowel „oude" Vlissingse vestigingen als nieuwe vestigingen een plaats gevonden. De ver dere uitbouw van dit centrum is twijfelachtig geworden na de iotstandkoming van een winkel concentratie op het Vlissingse industrieterrein. Het oorspronkelijk door het gemeentebestuur van Souburg geprojecteerde Burgphm is door planologische verschuivingen en door \eranderde exploitatieverhoudingen geheel in de lucht ko men te hangen. Middelburg heeft reeds enkele jaren geieden voorbereidingen getroffen voor uitbreiding van het city-winkelcenrrum in de Korte Geere (saneringsgebied). Doordat het Geere-plan op enige afstand van de oude winkel concentratie ligt, zal de verdeling van de be langrijkste kernvestigingen (grootwinkelbedrijf) over het oude en nieuwe gedeelte van het city- winkelapparaat veel zorg vragen. In Roosendaal bijvoorbeeld hebben de vestigingen van het grootwinkelbedrijf bij de Nieuwe Markt verschil lende middenstandszaken uit het oude centrum meegezogen, waardoor het zwaartepunt van het city-centrum geheel verlegd is naar het nieuwe gedeelte. In de binnenstad van Terneuzen wordt gestu deerd op de mogelijkheden voor een zakencen trum met o.a. winkelvestigingen in het Java- saneringsplan. In Goes komt de vestiging van winkels in een Schuttershofcomplex ter discus sie. Tenslotte zij nog vermeld, dat Axel een nieuw accent in zijn stadscentrum heeft gekregen in de vorm van een passage. In het algemeen kan gezegd worden, dat de realisatie en de exploitatie (verhuur, verkoop) van nieuwe winkelcentra in Zeeland wat moei zaam verloopt. Er is nogal wat wisseling en leegstand in nieuwe winkelcomplexen. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. 1. Sommige (oudere) plannen zijn te ruim opge zet. Er is dan te weinig rekening gehouden met de relatieve overbezetting van het middenstands apparaat in de omgeving en met de structuur veranderingen in de detailhandel. Soms ook is de bevolkingsgroei in stad of wijk achtergeble ven bij de aanvankelijke verwachtingen. 2. Er zijn veranderingen opgetreden in de totale stedebouwkundige planning, waarvan de winkel planning slechts een onderdeel is. Door de onvermijdelijke onzekerheden rond de totaal planning op lokaal en regionaal niveau blijven er onzekerheden met betrekking tot de onderlinge krachtverhouding tussen verschillende winkelcen tra. 3. Recentelijk is verwarring ontstaan door de totstandkoming van winkelvoorzieningen buiten de planning om op terreinen die oorspronkelijk niet voor winkelvestiging bestema waren. Het duide lijkste voorbeeld is het industrieterrein van Vlissingen. Daarnaast kunnen genoemd worden: de Agrimarkt op het industrieterrein in Goes, de plannen voor een winkelcentrum in een bedrijfs pand te Sas van Gent. Het kernpunt bij de winkelplanning is, dat het consequent moet gebeuren. Dat wil zeggen, dat niet zonder meer moet worden toegegeven aan nieuwe ontwikkelingen in het vrije spel der maatschappelijke krachten. („witte schuren", koopcentra aan de periferie). Planning mag uiteraard ook niet zo rigide zijn, dat sterke wijzigingen m.b.t. de uitgangspunten worden ge negeerd. Afwijkingen van het oorspronkelijk planningsschema zullen echter zorgvuldig moe ten worden doordacht, bij voorkeur in samen spraak met de belanghebbende organisaties en de stedebouwkundige en economische adviseurs. Een ander punt is, dat winkelplanning niet lokaal, maar regionaal moet worden bezien. Voor grotere projecten zorgt het samenwerken de grootwinkelbedrijf (C A, V D, Bijenkorf) voor een zekere coördinatie. Voor de totale problematiek van de regionale winkelplanning zou een sterkere coördinatie vanuit het provinci aal planologisch beleid wenselijk zijn. Door een gebrek aan regionale coördinatie is thans met name op Walcheren een ondoorzichtige en moei lijke situatie ontstaan. Het beschikbare koop- krachtpotentieel wordt daar in feite versnipperd over drie grote winkelconcentraties: Vlissingen- Centrum, Vlissingen-lndustrieferrein en Middel burg-Centrum. Functies binnensteden Vooral uitbreidende steden met saneringsrijpe binnenstadswijken staan voor de belangrijke vraag: welke winkelfunctie komt in de toekom- 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 17