gearresteerd, maanden na de overval op Hoofd
plaat. En wat er toen allemaal aan het licht is
gekomen! Voor het Hof van Assisen in Gent
hebben de schurken terechtgestaan, wegens
moord, doodslag, inbraak, diefstal. Van Hoe had
vier jaar in de loopgraven aan de Yzer gelegen,
hij was het moorden gewend, zei hij tegen de
rechters. De eis was de doodstraf het werd
levenslang.
„Er is nog een boekje over geschreven", zegt
Dolf Lecluyze, „er moet nog wel een exemplaar
op Hoofdplaat te vinden zijn".
We hebben het niet kunnen achterhalen. Mevrouw
Versaevel heeft het op haar boekenplank gehad,
maar ze heeft het uitgeleend en toen is de oorlog
gekomen de tweede oorlog. Het boekje is ver
dwenen, zegt zij, evenals dat over Jeanne d'Arc...
Op het kruispunt van wegen, bij paal 3061, staat
het kloeke pand van de heer Sturm, handelaar
in wijn en gedistilleerd. Men weet op Hoofdplaat
nog te vertellen dat hier in de Franse tijd een
vrederechter resideerde; later kwam er een
brouwer wonen. Neffest het huis vestigde hij in
een schuur zijn bedrijf. Aan brouwerijen heeft
het vroeger in West Zeeuwsch-Vlaanderen niet
ontbroken: Sluis telde er drie, IJ zend i j ke twee,
Hoofdplaat, Oostburg en Aardenburg elk een.
Geleidelijk zijn deze plaatselijke bedrijven in
grote, landelijke ondernemingen opgegaan. De
kuipen en ketels werden gesloopt en al het
andere gerief dat bij de produktie van gerstenat
dienst deed, raakte verspreid en verloren. Daar
om heeft de heer Sturm op het glas van een
schuifdeur in zijn suite een souvenir laten aan
brengen: de kelder met de vaten, gebrandschil
derd. En de brouwerij met de belendende drank
zaak, in glas en lood, gebrandschilderd!
De vrachtwagen staat gereed om te gaan leve
ren. „We hadden klanten tot onder Westdorpe",
zegt de nazaat van de brouwers. „Om de Braak
man, over Belgisch gebied, reden we er heen."
Naar Westdorpe, in het oostelijk deel...waar men
toch ook een aardig vat wist te brouwen. Schuin
tegenover het huis van de vrederechter en de
brouwers vindt u een kapelletje, door de paro
chianen van Hoofdplaat opgericht uit dankbaar
heid voor het behoud in de februarinacht van
1953. In schemerlicht lezen we: „O. L. Vrouw
van de zaterdag, bid voor ons".
Zag men uit zanden en slijken
In voorleden eeuw bedijken,
't Geen men in het drooge steld
Met er tijd wierd vruchtbaar veld,
Voor die aan d'Hoofdplaat behooren
wierd gesticht een kerk en toren,
Voor die waren protestant
Ook voor roomsche naderhand,
Hier zijn mengelmoes van menschen
Die om 't daaglijks brood staag wenschen,
Die het Hoofdplaatse kwartier
Onder een bewonen hier,
En van Hoofdplaats buiten randen
Ziet men hier de zeeuwsche landen,
26