fiebencfemgtn/ Op den Dagelijckfchenende laerlijek- fchen loop van den Acrdt-kloot. brachten nadere bewijzen voor het stelsel van Copernicus. Hier ligt wel de betekenis die deze predikant voor de astronomie gehad heeft. Hier in was hij zijn tijd en landgenoten ver vooruit, wat de bestrijding van velerlei zijden verklaart die zijn verhandelingen over dit onder werp ten deel zijn gevallen. Hij is in die tijd de enige onder onze predikanten geweest die de stilstand van de zon en de beweging van de aarde verdedigde. Voortspruitend uit alle metin gen, notities en studies moeten de volgende werken ontstaan zijn, die zijdelings met dit onderwerp te maken hebben. Uit de vele bijbelstudies ontstond wellicht ,Chro- nologiae sacre' (1625), een werk op het gebied van de bijbelse tijdrekening. Het boek ,Uranome- trae' (1631) is een logisch gevolg van de vele metingen. Het geeft nieuwe berekeningen voor de afstand van de maan, de zon en de vaste sterren. Het behoort tot zijn belangrijkste wer ken. In 1632 verschijnt zijn laatste werk: een nieuwe astronomische tafel en een grote sterren catalogus van 1600. De daghelycksen, ertde jaerlijcksen loop. Het zijn nu omtrent 1890 jaren geleden, dat de vermaarde filosoof Aristarchus van Samos aller eerst openbaarde dat niet de zon in de hemel liep, maar de aarde. Doch zodra zijn mening aan de dag kwam, werd het terstond door de Grieken verdoemd... Ende dat meest om twee redenen. Eerst/om dat die van Graecien den stilstant van de Aerde alzoo geloofden/datse oock voor lasteraars van de Godinne Vesta hielden/alle de gene die de aerde eenige bewe ging gaven... Ten anderen hebben ook die van Graecien het gevoelen van Aristarchus Samius daerom verwor pen/omdat het met de apparentie, dat is de schijn van de sake/niet wel over een en quam Zo begint Lansbergen zijn boek over de bewe ging van de aarde en slaat daarmee precies de spijker op de kop. Waf men tot nu toe aannam voor de waarheid, was slechts de schijn... Ende sulcks (is) niet sonder oorsake: want de ene Sphaere *j en verschilt van d'andere niet anders/dan gelijck den wegh van Theben na Athenen verschilt van de wegh van Athenen na Theben... maar soo verschilt dan de astronomie van Plotemaeus seer vele van de astronomie van Copernicus. Want Ptolemaeus wijst ons alleen de apparentie, dat is de schijn van de sake/maar Copernicus tooght ons beneven den schijn/ oock de sake selve... Want niet al dat oogen-schijne- lijck is/is waerachtig; noch oock al dat waerachtig is/is oogenschijnelijck. Want bij exempel/Als yemant op een schip stille sit/ende dat hij het landt siet voor-bijgaen/soo schijnt het wel alsoo te wesen/dat het schip stille light/ende dat het landt voor-bij schiet: maar het en is daerom in der waer- heijt alsoo niet. Hij voert het ene bewijs na het andere aan om te tonen dat Copernicus gelijk heeft. Door middel van driehoeksmetingen bepaalt hij de afstand van de zon tot een vaste ster. Daarmee berekent hij de baan van die ster als deze om de zon zou bewegen in 24 uur... want de proportie van den halven Diameter tot sijnen omloop is ten naesten/gelijck looooooooo, tot 628315306, also wij in onse cyclometriae hebben bewesen. Dan berekent hij dat de snelheid van die ster in een seconde... dat is een ooghenblick, 643848 duytse mylen schier is. Dat is zo ongelijk geproportioneerd tot een ooghenblick dat als men verstand genoeg heeft dat geen lichaam in zo korte tijd zo snelleioop kan doen... Maar een punt op de evenaar van de aarde gaat in een ooghenblick/het sesthiende deel van een mijle, het welcke seer wel gepro- portioneert staat tegen den tydt van eenen oogenblick... en daarom is de veronderstelling van Copernicus dat de aarde om haar as draait... in alle manieren waerachtig. Ook voert hij aan dat een steen die stil staat in de lucht, neervalt, maar een steen, die beweegt in de lucht, blijft, net zoals de vogels. Ook daarom staat de aarde niet stil. Hier blijkt duidelijk dat hij de theoriën van Kepler niet begrepen heeft. uit cirkels bestaande open hemelglobe. De titelpagina van het boek toont ons de beweging van de aarde om de zon. Met deze tekening geeft hij een nauwkeurige verklaring voor de seizoenen en de wisseling van de lengte van de dagen die nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. 3ï5itfcaöcrsf Op de ware Af-beeldinge des fienelijcken Hemels daerindc wonderbare wcrcken Gouts worden ontdeckt, ©oo; PHILIPS LANSBERGEN. EnooedeeRnietnadcnaenfieameer TOtdceic een eecNeeerJigh ooededJam. 7.74. tot middel nu r g h, Zacbanis Roman, oerfe-bctUoopct opbetl SSffigfit/ lit öHUKrsuïtetta&iiiicL jfln'tjaer i<Sjo. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 4