reizen door Zeeland met haar man de platte
landsvrouwen er zó uitpikte, kreeg zij enthousi
aste bijval.
Wij geloven dit ook, als wij horen van de
enorme activiteiten van deze bond en haar
ontwikkelingswerk op huishoudelijk, cultureel en
maatschappelijk gebied. Eén vorm van kunst
werd ons getoond op de artistieke handwerkten-
tconsielling in de grote Maria Magdalena Kerk
in Goes. Prachtig kwamen de kleuren uit en de
verschillende technieken van de 1000 handwer
ken in deze sfeervolle ruimte. Behalve veel
moderne wandkleden, met „kunstenaarshand"
ontworpen, geverfd en gemaakt van stof, schel
pen, kralen, touw of noten, zagen wij nog veel
verschillende mooie vormen van borduurkunst
van deze bij uitstek vrouwelijke creatieve ar
beid. Gelukkig worden de oude ambachten niet
vergeten en worden er cursussen gegeven in het
spinnen en natuurverven (onder andere met
meekrap).
De bond van Plattelandsvrouwen werkt zoveel
mogelijk samen met bestaande instanties, zoals
bijvoorbeeld: De Nederlandse Vereniging van
Huisvrouwen en andere vrouwenorganisaties (en
hoopt in de toekomst op steeds nauwere samen
werking), De Zeeuwse Volksuniversiteit (ZVU),
Stichting Kunstzinnige Vorming, De Stichting
voor huishoudelijke voorlichting te plattelande,
De Zeeuwse Lanclbouwmaatschappij, De Platte-
Handwerktentoonstelling 1971 (Foto: C. A. L. Kotvis)
lands Jongeren Zuid (PJZ), enz. Zo organiseert zij
studiedagen, cursussen in talen, werkgroepen,
lezingen en discussie-avonden op ieder gebied.
Zij heeft onder andere een provinciale hand
werk-, pers-, kas-, kleding- en zangcommissie.
De landelijke organisatie van de bond (opge
richt in 1930), die met haar 64.000 leden op één
na de grootste vrouwenorganisatie van Neder
land is, stimuleert, coördineert en informeert de
leden van de provinciale bonden met haar
maandblad „De Plattelandsvrouw." Zij organi
seert landelijke kadercursussen, opleiding als
discussieleidster, internationale jeugduitwisseling,
contacten met de Associated Country Women of
the World (ACWW). Zij verschaft inlichtingen
over „Education permanente," waarin zij een
belangrijke bijdrage wil leveren. Als wij deze
activiteiten overzien en wij bedenken hoe veertig
jaar geleden de eerste landbouwhuishoudlerares-
sen, oud-leerlingen en andere bezielde pionier
sters op de fiets „de boer opgingen" om leden te
winnen voor de door hen in 1931 opgerichte
„Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrou
wen" (na de oorlog veranderde deze naam pas),
dan brengen wij hen oprecht onze hulde!
De oproep in „In en Om de Boerderij" voor
deze bond had hier en daar weerklank gevonden
en zo vormden zich na het oprichten van een
provinciaal bestuur te Goes in 1931, de eerste
gewestelijke afdelingen. Met 29 leden en ƒ1,00
contributie begonnen ze in Tholen en St-Philips-
Iand en nu nog praat men over „De" kookcursus
op „Flipland." Ook de eerste naailessen, kinder
verzorging, hygiëne en de slachtcursussen (het
uitsnijden van een varken) werden voor die tijd
goed bezocht.
Handwerktentoonstelling 1971
83