HÉ-- r r c; - 1 «iSÖMfs kubussen nog een paar voet mee toch weegt zo'n betonklomp vierentwintighonderd kilo. „Er wordt hier wat geld in het water gesmeten", zegt de gondelier, maar het klinkt of hij dit mopje al honderd keer gelanceerd heeft, als de rondgeleider in een museum. Overigens heeft hij gelijk: één zo'n blok komt op een slordige zestig gulden. Er liggen er aan de wal nog duizenden, zelfs vijftigduizend meer dan men denkt nodig te hebben. Maar Rijkswa terstaat is op alles bedacht en wat bij het Brouwershavense Gat mocht overblijven, kan straks voor de dam over de Oosterschelde gebruikt worden. We komen op het werkeiland aan. De gondels zestien in getal worden daar via een draai schijf in tegenovergestelde richting geleid. Ons luchtvaartuigje stopt na het keren boven een trailer, die een nieuwe last heeft aangevoerd. Heel secuur worden de blokken gekoppeld en opnieuw zweven we naar de katarakt om te lossen. Tot in Scharendijke, stellen we later vast, hoor je de klappen op het water. „Een rondetje duurt precies een half uur", vertelt de bestuurder. ,'Om zeven uur vanmorgen ben ik begonnen, om half zes vanavond houd ik er mee op. Een uur schaften tussendoor reken maar uit wat ik per dag in het gat smijt". De bestuurder heeft een assistent, die in een microfoon spreekt met de wal en met de mannen van andere gondels. Hij lardeert de zakelijke gegevens met grappen, hij adviseert een collega, die honderd meter achter ons aan komt, een blik te werpen op het Schouwse strand, waar bikininymfen liggen te zonnen. Eros en beton. Terzij van de kabelbaan staat, achter een haag van duindoorn, de directiekeet, het hoofdkwar- iier van ir. M. J. Loschacoff, die de operatie aan het Brouwershavense Gat leidt. De heer Loschacoff vindt gelegenheid ons iets over de volgende fasen van het karwei te vertellen. Een week geleden zou er voor zo'n intermezzo geen moment vrij te maken zijn geweest, alle aandacht was toen gericht op het dichten van het noordelijke sluitgat. Nu is de spanning voorbij, de laatste van de doorlaatcaissons ligt op de plaats van zijn bestemming. Ten noorden van het werkeiland zijn twee profielzuigers en een bakkenzuiger al volop bezig met zandpersen. Dat is routinewerk, er kan nu wel een kwartiertje af voor het Zeeuws Tijdschrift. „Waarom, meneer Loschacoff, wordt er bij het sluiten van het zuidelijke gat een heel andere methode gebruikt?" wïïpïsw 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 20