George Minne nemen. Deze was „zonder voeten, zijnde eer hij in 't huis kwam, afgevrosen". Velen onder onze oudere lezers, aldus De Vos, hebben deze persoon, die in de wandeling bekend stond als: „Marientje met de houten beentjes", nog zeer goed gekend. Welke bestemming gaat men aan de vroegere gemeentehuizen van „gefuseerde" gemeenten ge ven? Er zijn huizen bij, gebouwd eind vorige of begin van deze eeuw, die direct kunnen worden afgebroken. Neem echter het gemeentehuis van IJ zend i j ke, dat na de oorlog is gerestaureerd of moeten we zeggen vernieuwd. Het gemeente bestuur van Oostburg heeft naar een culturele bestemming gezocht en het leek zeer geschikt voor tentoonstellingen. Het vestingstadje IJzen- dijke, dicht bij de grens, moet zijn aantrekkelijk heden nog bewijzen. Aantrekkelijk is het met zijn brede marktplein, waar het garnizoen zijn oefeningen heeft gehouden. Met zijn hervormde kerk, staal van vroege protestantse kerkbouw. Men zou de toeristen willen dwingen hier te pauseren en van de rust te genieten. Op hef ogenblik is er de tentoonstelling George Minne en Dolf Jaspers, die we rustig antipoden mogen noemen. Als we het woord tegenstelling zouden gebruiken is dit zwak uitgedrukt. Spiritualistisch noemt André de Ridder de kunst van George Minne: „Omdat ze de neerslag is, zowel van de gedachte als van het gevoel; zowel van de droom als van de werkelijkheid. Omdat ze, de meest overlegde en doorvoelde stijlvor ming van lichamen en voorwerpen, evenals de synthetisering van gebaar en beweging voorbij- strevend, van het leven de verborgen inhoud en de enigermate mysterieuze, misschien zelfs my thische zin tracht te vertolken, in wat niet enkel zinnebeeld is, doch vergeestelijkte werke lijkheid". Enkele gegevens: beeldhouwer en tekenaar, gebo ren te Gent in 1866, overleden te Sint-Martens- Latem in 1941. Dat dorp aan de Leie heeft veel voor kunstenaars betekend. Na zijn verblijf te Gent en Brussel, zal hem te Latem de gelegen heid worden geboden tot bezinning te komen, „naar hartelust te mijmeren, zonder gejaagdheid over zijn kunst na te denken, in de nabijheid van enkele intieme vrienden, even warm bezield met het voornemen een kunst met geestelijke en zelfs godsdienstige inslag te scheppen..." Wie Gent kent, kent het Belfort en daarbij de fontein met de geknielde knapen. Er zijn vijf Dolf Jaspers: meisje met wieg 125

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 17