verschillende ontwerpen bekend, maar een exem
plaar met belangrijke wijzigingen aan de figuren
is te Gent opgericht als gedenkteken ter ere van
burgemeester Braun in 1938. Het gipsmodel is te
IJ zend i j ke als centraal werk aanwezig. Die kna-
penfiguren zijn realistisch en bovenaards tege
lijk. Minne kende de anatomie van het menselijk
lichaam, maar in zijn tekeningen legt hij een
dramatische macht en emotie aan de dag, die
vaak levendiger zijn dan zijn beeldhouwwerken.
Hoe groot evenwel is de tegenstelling, om dit
woord toch maar te gebruiken met de in 1933 te
Amsterdam geboren en te IJzendijke wonende
Dolf Jaspers. Zijn felle kleuren zijn het zwart
tegenover het wit van de verstilde figuren van
Minne. Als geheel een tentoonstelling die het
gemeentebestuur van Oostburg eer aandoet in
het vestingstadje IJzendijke.
Ogenschouw kan helaas niet volledig zijn, wij
moeten de tentoonstellingen in Goes en Veere,
om die alleen maar te noemen, laten passeren.
Wel moet aandacht worden besteed aan de
Nehalennia-tentoonstelling te Middelburg met
een record-aantal bezoekers van 35.000. De won
derbare visvangst in de Oosterschelde en de
berichten daarover zullen zeker aan de reclame
voor de godin hebben meegewerkt. Zal ook het
mysterieuze waas dat om de godin hangt, vele
geleerden ten spijt, niet een aantrekkelijke fac
tor zijn geweest? Wat opviel tijdens het congres
aan de godin gewijd, was de nuchterheid waar
mee de archeologen de zaken bekeken. Geen
romantiek of speculaties a.u.b. Het gaat om
inscripties, om een hele of halve h. Gysseling uit
Gent, een wonder van geleerdheid, kwam met de
verklaring stiervrouwe, zij die het leven van de
opvarenden naar en van Brittannia bestiert. Een
regionale godin, maar niet specifiek Walchers.
Het manteltje lijkt op de doek van de Walcherse
dracht, maar misschien is dit ook al te veel
gezegd.
Historische monumenten van Schouwen-Duiveland. Bulletin van
de Kon. Ned. Oudheidkundige Bond, 1971, afl. 2/3.
P. D. de Vos: De voormalige kloosters en liefdadige instellingen
te Zierikzee. Zierikzee 1913.
A. de Ridder: George Minne, Antwerpen/Amsterdam z.j.
127
