Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen historical insight, but it is most regrettable that theories about the periodicity of greater and lesser storm surge frequencies transgression and regression phases, correspondence with peri ods of greater and lesser river activity, changes in climate, etc., should be constructed on such a very uncertain foundation." Gottschalk wijst op het verschil in tijd wat de transgressiefases betreft tussen Belgische en Nederlandse opvat tingen. Kortom zij is allerminst gelukkig met de term transgressiefase. Toch moet worden toege geven, dat als werkmodel de leer van de trans gressiefasen goede resultaten heeft opgeleverd. Inventaris Het werk is een inventaris geworden van alle stormvloeden en overstromingen, bekend of on bekend, vanaf de 6e eeuw tot 1400. De eerste vloed van 516 wordt vermeld in de kroniek van Friesland (1597), waarvan het oudste gedeelte door Okko van Scharl geschreven zou zijn. Zijn bericht dat toen Friesland geheel door de Noord zee werd overstroomd, waarbij meer dan 6000 mensen zouden zijn verdronken, werd door velen overgenomen. Tot 1958 wordt hij geciteerd, maar de kroniek is voor deze vroege tijden volstrekt ongeloofwaardig. Steeds weer worden door Gottschalk alle schrijvers vermeld, die over een stormvloed hebben geschreven en de bron waaruit zij hebben geciteerd. Stormvloed 1375 Hoe nauwkeurig de schrijfster te werk gaat, kan men opmerken bij de behandeling van de storm vloed van 1375, die de Braakman deed ontstaan. Zij had in haar proefschrift hieraan al aandacht besteed, maar thans is zij in staat geweest de fouten in de kronieken, die aan deze vloed een jaartal verbonden, variërend van 1374 tot 1377, te ontrafelen. Een van de oudste kronieken die van de vloed van 1375 gewag maakt, is het Chronicon Comitum Flandrensium, maar zegt Gottschalk: „Wij hebben de indruk dat met betrekking tot 1375 geen tijdgenoot aan het woord is en dat de mededelingen in verscheiden opzichten onjuist zijn". Zij komt dan met bewij zen voor die onjuistheden. Het bijna 600 blz. tellende werk is een rijke bron voor historici, historisch-geografen, bodemkundigen en een voorbeeld van wetenschappelijke nauwkeurig heid. Nieuwe leden De onderstaande personen zijn door de ledenverga dering in april benoemd tot lid van het Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en hebben dit lidmaatschap aanvaard: Beyerman, Mr. drs. J. J. Hogeweg 37 Burgh Graaft, J. A. van der Nachtegaallaan 22 Goes Heel, Mr. C. J. van P. D. van Campenstraat 25 Middelburg Jonge, Jhr. J. C. de Putten, L. van Rus, J. Sanders, H. Soest, Mr. H. W. van Tollenaar, Dr. D. Van Calcarlaan 19 Wassenaar Romeinenstraat 8 Tilburg Hammerskjöldlaan 2 Middelburg Landregtstraat 1 West-Souburg Witte de Withlaan 7 Oegstgeest Rijksweg 8 Muiden 136

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 28