Voorbeelden van niei meer strafbaar gedrag zijn: „Het onbeheerd een paard op straat laten staan"; „Het gebruiken van licht in een stal anders dan in een gesloten lantaarn"; „Het in het openbaar spelen met centen"; „Het kopen van militaire kledingstukken". Anderzijds kennen wij thans criminaliteit van een zeer jong karakter, waarbij vooral de ver- keerscriminaliteit in het oog springt (joyriding, doorrijden na een aanrijding, rijden onder in vloed van alcohol, overtredingen van stopverbo- aen, voorrangsbepalingen, enz.). CRIMINALITEIT IN 1870, 1920 en 1970. Teneinde het hierboven gesignaleerde verschil in wetgeving zoveel mogelijk te elimineren, heb ik een indeling gevolgd welke in de criminologie veel wordt toegepast 2). Hoewel het ook nog in mijn bedoeling lag om een omrekening per 10.000 inwoners toe te passen, heb ik dit bij nader inzien niet gedaan, daar er dikwijls van te kleine getallen sprake bleek te zijn. De gegevens welke ik over de Middelburgse criminaliteit in de jaren 1870, 1920 en 1970 verzamelde, zijn weergegeven in tabel 1. De bronnen waaruit ik de gegevens putte zijn bij deze tabel vermeld. Volledigheidshalve heb ik ook nog de aantallen inwoners in de desbetreffende jaren aangegeven. ENKELE KANTTEKENINGEN BIJ 1870 Wat betreft de agressieve delicten (mishandeling, vernieling, belediging) valt het op dat gevallen van mishandeling (26) en belediging (21) in 1870 \eel meer ter kennis van de politie kwamen dan in 1920 en 1970. De economische criminaliteit (diefstal, verduiste ring, oplichting) kenmerkte zich door weinig verduisteringen (toen nog misbruik van vertrou wen geheten). Dit zou hierdoor verklaard kun nen worden dat men in die tijd nog weinig als werknemer in de handel en/of industrie werk zaam was. De gepleegde diefstallen behelsden vooral armoededelicten, zoals het stelen van gewassen van het veld en wasgoed van de bleek. Verder vallen nog de volgende delicten op: in het openbaar spelen met centen 5 processen-verbaal hei gebruik van licht in een stal anders dan in een ge sloten lantaarn 1 proces-verbaal he* onbeheerd een paard op srrcat laten staan 5 processen-verbaal het kopen van militaire kle dingstukken 2 processen-verbaal het zich in vereniging van meer dan vijf personen be vinden op de openbare straat 2 processen-verbaal De beide laatste processen-verbaal blijken ver band te houden met de ongeregeldheden die in 1869 in Middelburg en omgeving plaatsvonden onder de arbeiders die aan de kanaal- en spoor- wegwerken in Walcheren werkzaam waren 3). Het „verslag gedaan door Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad van Middel burg over 1869" zegt hierover het volgende: „In den nacht van 25 op 26 April hebben er echter verregaande ongeregeldheden plaats ge had onder het werkvolk langs de gehele lijn der in aanleg zijnde spoorweg- en kanaalwerken, tusschen Vlissingen en Veere, welke ook leidden tot verstoring van de rust in deze gemeente. Door de onderscheidene burgerlijke en militaire autoriteiten zijn evenwel onmiddellijk de noodi- ge maatregelen genomen, zoo tot beteugeling als tor voorkoming eener herhaling. Den 27 April is aoor den burgemeester eene verordening uitge vaardigd, waarbij iedere zamenscholing, van meer dan vijf personen, strafbaar gesteld werd; welke verordening volgens de voorschriften der gemeentewet, den 3 Mei daaraanvolgende door de gemeenteraad is bekrachtigd. De schutterij en de militaire magt zijn enkele avonden gerequi- reerd om, des gevorderd, de policie tot handha ving der orde ter zijde te staan. Voor zoveel deze gemeente betreft, werd het garnizoen ver meerderd met een detachement huzaren, sterk 34 man, terwijl het personeel der rijksveldwach ters versterkt en hier ook eenige bereden mare- chaussées gestationeerd werden. Door al deze voorzorgsmaatregelen hebben die ongeregeldhe den zich niet meer herhaald" 4). Hoe volkomen verschillend met thans de inzich ten over sociale voorzieningen waren, moge nog blijken uit het „Verslag over 1870", waar op bladzijde 101 staat vermeld: „De ongeregeldhe den onder het werkvolk aan de spoorweg- en kcnaalwerken in en om deze gemeente, ten gevolge waarvan alhier, sedert het vorig jaar, een detachement huzaren en eenige marechaus- sées gestationeerd werden, die allen in het najaar weder deze gemeente hadden verlaten, hebben zich in 1870 niet herhaald. In het belang dier arbeiders, welke door het staken der werk zaamheden, wegens de in het begin des jaars ingevallen vorst, aan het hoogst noodige behoef te hadden, is, met bewilliging van den burge meester en onder zijn toezigt, den 24 February ene collecte gehouden aan de huizen der ingezetenen dezer gemeente, welke 454,94 heeft opgebragt" 5). De prostitutie was in het toentertijd qua inwo nertal niet zo grote Middelburg klaarblijkelijk een bekend verschijnsel. Het „Verslag van 1870" zegt met betrekking tot dit onderwerp op de pagina's 84 en 85: „Aan twee der gemeenteheel kundigen is speciaal de visitatie der in de publieke huizen aanwezige vrouwen opgedragen. Volgens het verslag dier heelkundigen is het aringend noodzakelijk, dat er maatregelen geno men worden, om ook op de zich zeiven wonende en niet ingeschreven vrouwen, die zich aan prostitutie overgeven, aan een wekelijkse visitatie te onderwerpen, daar, volgens hun gevoelen, juist bij deze zich in den regel de meeste ziekte gevallen vertoonen. De door deze genoten vrij- 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 2