Sociaal-Culturele aspecten van de
ontwikkeling van Zeeland
over latere literatuurhistorici dan weer kunnen
schrijven. Vooral in de schilderkunst ziet men ook
vaak dat de kunstenaars hun vroegere werk niet
met rust kunnen laten. Bonnard ging zelfs zo ver,
dat hij stiekum nog wat veranderde aan schilderij
en die al in een museum hingen, en die dus zijn
eigendom niet meer waren, en van Titiaan is be
kend dat hij, toen hij een eind in de tachtig was,
zijn vroegere doeken heel vaak wijzigde. Zijn tijd
genoten meenden dat de oude man ze echter
verknoeide, en daarom mengden ze zijn kleuren
met olijfolie, die nooit opdroogt. Later wisten ze
dan zijn toevoegingen en overschilderingen weer
weg, en wij, het nageslacht, zullen nooit weten of
Titiaan dan wel zijn contemporaine bewonderaars
gelijk hebben gehad, al durf ik wel te stemmen
voor de juiste blik van de oude Titiaan en de
onjuiste van zijn tijdgenoten.
Maar ik dwaal af: ook ik kan het zelden laten, iets
in een oud vers te veranderen of er iets in te
schrappen, en de versie van mijn 'Verzamelde Ge
dichten' die dit jaar zullen verschijnen, wijkt dan
ook vaak sterk af van de versie in de oorsprong
kelijke bundels.
Ik heb, tot nu toe, en dat natuurlijk met opzet,
gezien de titel van mijn lezing, de klemtoon ge
legd op Zeeland en Zeeuws.
Vele andere motieven in mijn werk hebben ech
ter totaal niets met deze provincie te maken, die
komen heel doodgewoon en dus onverklaarbaar
voort uit mijn aanleg, aard, voorkeuren en be
langstelling. Zo voel ik me heel sterk aangetrok
ken tot de mediterrane en oosterse culturen, en
daarvan draagt mijn werk natuurlijk duidelijke
sporen. Ook houd ik er van, in de huid van an
deren te kruipen en dan de wereld te bekijken, of
me onder een volk te mengen en van daaruit
mijn visie te geven.
Ik ben me er van bewust dat veel van mijn ge
dichten moeilijk verstaanbaar zijn, zich niet ge
makkelijk 'geven' en ik voel dat te klemmender
bij het voorlezen, want men moet als toehoorder
immers heel snel reageren en men krijgt niet de
gelegenheid, een regel waarvan de betekenis niet
direct duidelijk was, nog eens te lezen. Wel kan
uiteraard de intonatie soms een richtlijn geven.
In dit gedeelte van mijn causerie heb ik enkel een
paar gedichten ingelast die door Zeeuwse motie
ven waren bepaald.
Na de pauze, die ik nu zou willen laten vallen,
week ik het Zeeuwse etiket los, en lees ik u, zon
der me verder nog om de titel van mijn lezing te
bekommeren, wat uit mijn werk voor.
Drs A. M. van den Broecke
INLEIDING
De laatste jaren heeft men een verbreding kunnen
waarnemen in het denken over welvaart en wel
zijn. Bij de begrippen groei en ontwikkeling den
ken wij thans niet alleen aan toename van be
volking en werkgelegenheid, industrievestiging,
verbetering van economisch-technische infrastruc
tuur en de ruimtelijke vormgeving zonder meer,
maar óók aan de uitbouw van het sociaal-culturele
voorzieningenpakket en maatregelen die voor het
welzijn van de bevolking in al haar geledingen
bepalend zijn. Daarbij komt tevens een sterkere
aandacht voor de kwaliteit van ons bestaan. Im
mers, wij worden ons steeds scherper bewust van
schaarste aan ruimte, de implicaties en gevolgen
Bewerking van een der bijdragen van de Stichting Zeeland
aan de Ontwikkelingsschets 1971 van de provincie Zeeland.
van de economische ontwikkeling en de daarmee
samenhangende nieuwe schaarsten.
In het bijzonder industrialisatie en verstedelijking
brengen ingrijpende maatschappelijke verande
ringen met zich mee, niet in de laatste plaats
ook mentaal: naast bestaande behoeften rijzen
nieuwe behoeften en verlangens van de samenle
ving. Schrijver dezer ziet het als een taak van de
overheid met deze nieuwe en te verwachten ont
wikkelingen rekening te houden om tijdig hierop
te kunnen inspelen en anticiperen.
In dit artikel zullen een aantal aspecten worden
geschetst van het sociaal-culturele voorzieningen-
peil.
De relatie met de omvang van de bevolking
De ervaring van de laatste jaren heeft nog eens
duidelijk bewust gemaakt, dat iedere bevolkings
prognose van Zeeland die uitstijgt boven de zo-
158