Van de Zwarte Polder naar het Zwin, enkele ki lometers oostelijker. Zelfde type landschap, zij het op andere wijze ontstaan. Het Zwin, eens zeearm die koggen en galeien tot in Brugge bracht, verzandde een half millen nium geleden al; maar nog in 1871 voeren een paar vissermannen van Retranchement de Noord zee op. Nu rest van het Zwin niets dan een sloot- brede monding en het daarachter gelegen schor- reland. De vlakte, doorvlochten met ondiepe kre ken, wordt bij opkomend getij bevloeid. De mon ding ligt op Nederlandse bodem, het overgrote deel van de slikken, dicht begroeid met lemoen- kruid, behoort tot het Belgische territoir. Aan weerszijden van de grens werd het Zwin tot na tuurgebied verklaard. Kort na de tweede wereldoorlog drong het getij stroompje op tot aan de voet van de duinrij, die de oostelijke Zwinoever afzoomt. Toen kwam het Vrije van Sluis in actie. Er werd een strekdam ge legd om het duin te beschermen, terzij van de geul plantte men duindoorns als windvangers. De ze bescheiden operatie ontketende een ware Zwinstrijd. Eerst kwam de inspectie der domeinen in het geweer: aan welke bepalingen ontleende het waterschap het recht, werken op staatsbuiten- gronden uit te voeren? En wist het Vrije niet, dat het Zwin als natuurmonument stond aangemerkt dat derhalve elke verandering in het karakter van het terrein vermeden diende te worden? Vervolgens liet de Rijksdienst voor het Nationale Plan zijn stem horen: het mocht dan zijn, dat de ondernomen werken uit waterstaatkundig oogpunt noodzakelijk waren, te betreuren viel, dat het Vrije Helm en duindoorn. niet door overleg met Provinciale Waterstaat en Staatsbosbeheer tot een meer aanvaardbare op lossing was gekomen! Natuurbeschermers vreesden waarschijnlijk te recht dat aan de regelmatige bevloeiing van de schorregronden spoedig een eind zou komen. Vooral de Belgen maakten zich ongerust. De Brugsche Courant schreef, 11 juli 1950: „Indien de Nederlandsche Waterstaat de werken volein digt, kan de doodsklok over de Zwynschorre ge luid worden". Waterschapsbelang contra natuurbescherming. Het werd een langdurige strijd, die in volle omvang slechts te overzien zou zijn voor wie toegang kreeg tot de ambtelijke archieven. Maar ook de persberichten uit de jaren vijftig verschaffen enig licht. Zeker is dat de Compagnie Immobiiiè/e Le Zoute invloed gehad heeft op de gang van za ken. Haar 'afgevaardigde-beheerder' Léon Lip pens, kende de weg naar de ministeries in Brussel en bewandelde die. Een Nederlands-Belgische Zwincommissie heeft zich daarna over het Zwin probleem gebogen en tenslotte een oplossing aan de hand gedaan, die alle betrokkenen tevreden stelde. Die oplossing het ei van Columbus! Want een oudere, haast dichtgeslibte toegangs geul tot de Zwinvlakte, vlak bij de Nederlandse grens, werd uitgediept en doorgetrokken tot aan zee. De Nederlandse Heidemaatschappij, die dit karwei uitvoerde, sprak van een sloot. Via deze oud-nieuwe waterloop wordt het lamsoordal nu bevloeid, dagelijks. De doorgang, die destijds het Vrije van Sluis zor gen baarde, is al jaren geleden gedicht. Ter plaat- In het lamsoordal. 163

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 23