Lippens en Raymond Lippens. Op 23 februari 1938
werd de vereniging zonder winstoogmerken 'Het
Zwin' opgericht, met als doel: waken voor het
behoud van het kustnatuurmonument Het Zwin en
zorg te dragen dat dit in verschillende opzichten,
geschiedmatig, plantkundig, dierkundig, enz., stel
selmatig wordt bestudeerd.
De familie Lippens is al lange tijd verbonden met
Knokke en het Zwin. Aan Philippe Francois Lippens
werd in 1784 een groot gedeelte van de Oud-Ha-
zegraspolder verkocht. In hetzelfde jaar werd door
hem, samen met dijkgraaf Lammeire, een plan
uitgewerkt om nabijgelegen schorren te bedijken,
die de naam Nieuw-Hazegraspolder zou krijgen.
Lippens was een van de voornaamste eigenaars.
In 1787 werden door dezelfde eigenaars nog een
polder bedijkt die de naam Zoutepolder zou krij
gen. Wanneer wij de toestand in onze eeuw be
kijken, ontmoeten wij graaf Philippe Lippens in
1932 als dijkgraaf van de Nieuw-Hazegraspolder
en Francois Lippens in 1967. Auguste Philippe Lip
pens was in 1900 ontvanger-griffier en werd op
gevolgd door Hippolyte Lippens, graaf Maurice
Lippens en Raymond Lippens. In de beginjaren
van de Nieuw-Hazegraspolder was het gebied
over twee grote hoeven verdeeld, met als eige
naars de families Lippens en Piers de Raveschoot.
We maken een grote sprong: in 1963 verkocht
de familie Piers de Raveschoot meer dan 74 ha
aan de genoemde Compagnie Immobilière, ver
tegenwoordigd door graaf Léon Lippens.
Er is in 1968 een boek over de Nieuw-Hazegras
polder verschenen, dat duidelijk maakt, dat de
wijze van bewerking hetzelfde was als in Zeeland,
nl. als eerste teelt koolzaad, vervolgens winter-
gerst. Ook de wijze van oogsten in de vorm van
pikken, naast het gebruik van de sikkel, kwam op
de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden voor. Voor
het rooien van aardappelen was men tot in deze
eeuw op het klein gereedschap aangewezen: spa,
mesthaak, houweel en riek. De paarden waren op
de hoeve de belangrijkste dieren en bij de inves
tering op de hoeve kwam het paard op de eerste
rang. De paardenknecht was de eerste knecht.
Omstreeks 1900 bezat de hofstede Lippens dertig
paarden. Verder waren de schapen belangrijk die
op de schorren hun voedsel vonden. „Schaapherder
zijn was eigenlijk meer dan een stiel: het was een
levensgewoonte. Wie op het eind van de negen
tiende eeuw schaapherder was, verdiende beter
zijn kost dan een boerenknecht. In het kustgebied
werden in die tijd heel wat schaapherders ge
vraagd". De polder lag ver van de wereld, evenals
het kleine dorp Knokke, dat in de vorige eeuw
lange tijd door geen steenweg met Brugge was
verbonden. Toen de steenweg door het Hazegras
kwam, werd hij door een jonge boerenknecht be
jubeld alsof nieuwe tijden waren aangebroken.
Nieuwe tijden voor Knokke en omgeving waren
weggelegd voor deze eeuw: in 1912 werd aan het
Engels Pad het eerste landhuis gebouwd, het begin
van grote bouwactiviteit. Het villagebied blijft kort
en krachtig Het Zoute heten. Na de eerste wereld
oorlog is Cadzand als badplaats gaan groeien.
Tussen Het Zoute en Cadzand lag het Zwingebied,
Duinen aan Belgische zijde Zwin.
Vanaf de toren van St. Anna: gezicht op de oude bedding.
waarvan Jacques Hamelink heeft geschreven:
's Nachts hingen de sterren vlak boven de duin
toppen. Vloed, het geluid van een machtig aan
spoelen van water in de klinkende ruimte, weer
kaatst tegen de duinwanden. In diepe zandkommen
dreef een vage nevel. De grond dampte. De zee
een groot blinkend beest, een vis, de staart roer
loos, vaag ademend maar waakzaam, gereed....
de paarsbruine hei van het Zwin, vol ondiepe plas
sen waarin de lucht en de bodem zichtbaar waren,
als op een film
167