□c MEI' bagage Ske- 0® S niet IN WAARVAN J ÏTvvORDEN DE BU5 C TE WENDEN TOT DI£TV NT TE TERNEUZEN. flNZE AuEni ae-— MET |NACH D ARR RFCHTBANK '«SS-»--; P 5 D. IN^ZEELAND VOLGENS ARTIKEL 5. VAN HET REGELEMENT OPHET GEBRUIK VAN^ DE PfOVitciAfrv\7mLrePOWTSEN IN"ZEELAND AL5MEDE VAN DE PROV. HAVEN TE TERNEUZEN IS HET PASSAGIERS •A/ERBODEN ZONDER SPECIALE TOESTEMMING U IN AUTO'S EN ANDERE VOERTUIGEN op de volgende reis zal de directeur van de Provinciale Stoombootdienst meevaren, om met elk van de mannen de komende veranderingen te bespreken. „Het moet al gek lopen wanneer de directeur niet een paar minuutjes voor u over houdt", veronderstelt de heer Jongman. De visserman, die voor ons uit voer, ligt al aan de ponton, wanneer de Prins Willem afmeert. Een ketel garnalen staat te dampen, de tweede man aan boord is met bezem en puts in de weer om het dek schoon te maken. „Een goeie vangst gehad?" „Wat de vangst betreft mag ik nie' mopperen, of dit uur met zo'n twintig, tweeëntwintig auto's ever als er goed gestouwd werd drieeën- twintig. En nu, kijkt u zelf maar waf er op het dek staat, de moeite niet waard". Hij overlegt een passend slot en vindt: „Jam mer, d'r gaat weer een stukje vertrouwd Zeeland naar de knoppen, maar je kunt toch voor de sier geen veerdienst aanhouden". De Prins Willem I, de Oosterschelde en de Koningin Emma, een provinciale drieling, gebo ren OD de helling van de Vlissingse werf 'de Schelde', anno 1933. De schepen hebben een leven van avontuur, ramp en tegenspoed achter de rug. In de meidagen van veertig werden zij ingezet om Franse troepen gelegenheid te bieden de aftocht te blazen. Na de capitulatie lagen ze alle drie ontredderd in de haven van Breskens, gezonken. Gelicht, naar 'de Schelde' gesleept, opgelapt. De Emma weer in de vaart, Prins Willem en Oosterschelde tijdens een luchtraid op de werf in 1943 opnieuw geramponeerd, door midden gebroken. Pas na de oorlog hervatten zij hun dienst. De werf-chirurgen hebben kans ge zien beide schepen zes meter te verlengen, van de nood is een deugd gemaakt. De Prins Willem I vaart achter een visserman de haven van Terneuzen binnen. „Het zit er weer op", zegt kapitein Jongman. Hij en zijn ploeg worden na deze overtocht afgelost. Een ploeg, dat is zes man: gezagvoerder, stuurman, machi nist, machine-assistent en twee matrozen; op de steiger staat de nieuwe al gereed om de dienst over te nemen. Ze zijn vroeg verschenen, want VERV0ER5V00RWAARDE 189

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 13