Zeeuws Tijdschrift Economische groei en milieu NUMMER 6 21e JAARGANG 19 7 1 drs M. C. Verburg Economische groei is noodzakelijk om ruimte te scheppen voor maatschappelijke doeleinden die door de overgrote meerderheid van de bevolking als zeer wezenlijk worden ervaren. De aspiraties van de bevolking treden zowel in individuele als in collectieve zin zonder ophou den aan het daglicht. Economische groei is voorwaarde voor de oplossing van een groot aantal sociale problemen, zoals het optrekken van de aow en het minimumloon en het afron den van de sociale verzekering. Het wensenpak ket van de vakbeweging, ingediend in oktober 1970, beslaat 5V2 miljard: vergroting van de woningwetbouw en de ontwikkelingshulp, ver kleining van de klassegrootte, opvoering van het aantal leerlingen bij het voortgezet en weten schappelijk onderwijs, verdere invoering van de partiële leerplicht tot en met achttiende jaar in 1973, uitbreiding van de voorzieningen voor sport, recreatie en cultuur enz. Actueel zijn en blijven een betere inkomensverdeling, werktijd verkorting en een langere vakantie. De laatste jaren wordt de Nederlandse ontwikkelinghulp gedekt door een tekort op de betalingsbalans, dus door andere landen, in plaats van door ons zelf, dat wil zeggen door een overschot op de beta lingsbalans. Ook het lidmaatschap van de EEG en het deelnemen aan het internationaal handelsverkeer vereist een blijvende economische groei, op straf fe van een protectionistisch isolationisme, een achterblijven van de inkomens en daardoor bijvoorbeeld een stijgende arbeidspendel naar de omliggende landen. Nederland exporteert 41 pro cent van het nationale produkt, tegenover Frank rijk 13 procent en de Verenigde Staten 5 pro cent. Prof. Pen heeft eens gesteld dat de verdubbeling van het reële inkomen van een arbeider of kantoorbediende dat is wat nu een leraar verdient alleszins gewenst is. Dit is geen wens van economen zoals wel wordt beweerd, maar is duidelijk impliciet aan de aspiraties van de talloze Nederlanders die nog een groot welvaarts tekort ervaren. Wanneer dit wordt ontkend, zou ik dit liever van vakbewegingsleiders dan van sociologen vernemen, liever van hen die over geen vaatwasmachine of auto de beschikking hebben, van hen die nog geen recht op een welvaartsvast pensioen hebben, van de negentig procent die vaak ver onder de twintigdui zend gulden per jaar verdient. Met het voorgaande is lang nog niet alles gezegd. Met name niet over de maat van de economische groei. Door geen of te weinig milieukosten en andere maatschappelijke offers in rekening te brengen, en er daardoor een willekeurige groep mee te belasten zijn de produktiekosten altijd te laag geweest en is het groeiritme dientengevolge te zeer opgejaagd. Een sprekend voorbeeld is het gebruik van steeds grotere tankers, waardoor de zuiver be drijfseconomische kosten inderdaad dalen. Maar rampen als die met de Tory Canyon doen ons inzien welke grote risico's mens, dier en plant lopen. Ook het bedorven woonmilieu of de inflatoire invloed die van een te omvangrijke groei in een bepaald gebied uitgaat het 400 gulden-effect in 1970 in Rijnmond behoren tot die maatschappelijke kosten. Een verkeerd eco nomisch rekenstelsel leidt er toe dat de voort durend wederzijdse beïnvloeding van mensen en hun milieus als zelfregulerend systeem niet meer werkt. 177

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1971 | | pagina 1