Het rapport 'Groei en leefbaarheid' van de
Wiardi Beekman Stichting constateert de nood
zakelijkheid van een escalatie van ingrijpende en
corrigerende maatregelen in de vorm van com
pensatie, beïnvloeding van de motivatie van de
mensen en beperking van de beslissingsbevoegd
heid van de ondernemer. Voorbeelden van com
pensatie zijn fysieke bescherming (groenzones),
schadeherstel, vervanging (van het ene natuurge
bied door het andere) en vergoeding in geld. De
motivatie kan worden gewijzigd door speurwerk,
propaganda, subsidiëring, (regionaal uiteenlopen
de) heffingen, het begrip de vervuiler betaalt, de
bedreiging met repressieve maatregelen. Beper
king van de beslissingsbevoegdheid ontstaat door
civielrechtelijke aanspraken, opstellen van bin
dende normen, vaststellen van territoriale gren
zen, aanstellen van overheidscommissarissen enz.
De technologische ontwikkeling maakt het op
basis van de reservering van koopkracht en van
wettelijke voorschriften mogelijk de correcties
te versnellen.
J. Lanjouw wijst er in 'Het verstoorde even
wicht' (onder redactie van prof. J. C. Kramer; p.
282) op dat in Ierland met zijn primitieve
economische structuur de unieke uitgestrekte
venen voor de energievoorziening worden afge
graven! Het moet toch mogelijk zijn om Ierland
internationaal voor dezelfde prijs die het thans
betaalt voor het afgraven van veen energie te
geven. Dat zal dan toch olie of kernenergie
moeten zijn. Waarom echter vaak zo'n absoluut
fatalisme? Er zijn genoeg voorbeelden van mi
lieusparende technieken. Hier volgen er enkele:
Natriumgekoelde kernreactoren zullen in de
toekomst de thermische milieuvervuiling voor
komen.
DDT zal uiteindelijk vervangen (moeten) worden;
gebeurt dit op korte termijn dan dreigt er
hongersnood.
In de zoutelectrolyse zal het kwikverbruik tot
een tiende worden teruggebracht; in de fruit
teelt wordt het verboden.
De aardappelmeelindustrie verwacht een eiwit
loos effluent.
Een recente conferentie in Oslo heeft een zwarte
lijst van stoffen opgesteld die niet in zee mogen
worden geloosd.
Er wordt naarstig gezocht naar afbreekbare
plastics.
Een schone automotor (die f 1000 meer kost)
zal in vijf a tien jaar worden verplicht gesteld;
geschiedt dit te snel, dan zullen honderduizen
den hun auto moeten afschaffen.
In de VS wordt verwacht dat de maatregelen
tegen de milieuverontreiniging een aantal ko-
perverwerkende produktie-eenheden buiten be
drijf zullen stellen. Nieuwe 'schone' produkte-
eenheden zullen worden opgezet.
De Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid
heeft aanbevolen een hoge prioriteit te verlenen
aan een nationaal programma, gericht op een
wetenschappelijk onderzoek van de milieubeheer-
sing, waarbij zowel de natuur- als de maatschappij
wetenschappen moeten worden betrokken. Ook het
nog in de kinderschoenen staande industriebeleid
zal zich meer moeten richten op kwaliteit dan op
kwantiteit, bijvoorbeeld door speurwerk naar
nieuwe produktien en procédé's.
De economische ontwikkeling van Zeeland vol
trekt zich afgezien van de huidige conjunc
tuurinzinking in een dusdanig tempo, dat in het
jaar 2000 een inwonertal van minstens 450.000
bereikt zal worden.
Deze voorspelling uit de Ontwikkelingsschets
komt overeen met de studie van de Rijksplano
logische Commissie over Zuidwest Nederland
(paarse boek). Zij resulteert in een groei van
het inwonertal met ongeveer 50 procent, tegen
over een percentage van 30 voor Nederland. Alleen
de impulsen voor Zeeuwsch-Vlaanderen tot 1985
zijn wellicht onvoldoende. Dit leidde tot de conclu
sie dat de mogelijkheid moet worden opengehou
den nog 1000 ha. zeehaventerrein ten oosten van
Terneuzen aan te leggen. De beslissing over een
nieuw terrein ten oosten van Borssele kan
worden aangehouden. De bezetting van dit ter
rein zal voor het eind van de eeuw geen grote
invloed op het inwonertal hebben.
Uit het voorgaande blijkt dat de aanleg van het
nieuwe terrein meer nationaal- dan regionaal-
economisch geargumenteerd dient te worden. In
dit verband is de industriële omschakeling die in
ons land plaats vindt van betekenis. Door de
sterke stijging van de loonkosten verplaatsen
zich arbeidsintensieve bedrijven textiel, con
fectie, schoenen enz. naar ontwikkelingslan
den. Nederland ziet zijn betalingsbalans daar
door verslechteren en dient zich meer op pro-
dukties van die goederen en diensten te richten
die een gunstige internationale ruilwaarde heb
ben. De ligging van de Noordzee stelt ons voor
de noodzaak zekere basisprodukties uit te brei
den.
In opdracht van de Scottish Council Development
and Industry hebben de Verenigde Bedrijven Brede-
ro NV een rapport uitgebracht: „Oceanspan 2, Eu-
rospan: a study of port and industrial development
in western Europe".
Daaraan ten grondslag ligt de opvatting van de
Britse regering en de locale besturen dat de
riviermondingen met diep water goede mogelijk
heden bieden voor economische groei. Voor de
mondingen van de Stour en de Orwell, de
Humber, de Tees, de Mersey en de Lune zijn
reeds gecoördineerde planningorganisaties ge
vormd en in Schotland vindt de voorbereiding
hiervan plaats. Voorspeld wordt dat er tot 1985
tenminste acht moderne staalfabrieken in West-
Europa moeten bijkomen. De schatting van de
behoefte aan nieuwe olieraffinaderijen lopen uit
een van 24 tot 65 (I). Voor de aluminiumver-
werking zijn naar schatting tussen de 14 en 35
nieuwe bedrijven nodig, waarvoor goedkope
180